Ik beken!

Ik ben een slechte … O, het valt me onnoemelijk zwaar om dit aan mezelf toe en aan de openbaarheid prijs te geven. Verman je, kerel! Maak er komaf mee!

Vermannen? Daar zit hem nu net de knoop. Alle mannen die ik ken, kunnen het beter dan ik. Dat beweren ze althans. Of het ook waar is, durf ik te betwijfelen. Maar goed, ik maak van mijn hart geen moordkuil en ga over tot een bekentenis: ik ben een slechte … mmm … ik ben geen goede chauffeur. Daar! Nu weten jullie het en voortaan kan jullie hoongelach me niet meer deren.

Denk nu vooral niet dat ik tot de brokkenpiloten behoor. Ik moet ondertussen bijna een miljoen kilometer achter de kiezen … eh … tussen de wielen gezeten hebben en ik ben nog maar twee keer in een dom ongevalletje betrokken geraakt, dat telkens uit mijn onoplettendheid voortsproot en nauwelijks schade veroorzaakte. Ik heb bovendien nog nooit een prent gekregen, hetgeen mij doet veronderstellen dat ik inderdaad zelden overtredingen bega.

Ik dacht dat ik inmiddels het parkeren door achterwaarts in te steken behoorlijk onder de knie had, maar vanmorgen is gebleken dat het niet zo is, want mijn achterwiel kwam opnieuw en nog maar eens op onzachte wijze in aanraking met de stoeprand. Djoef! Ondertussen kan ik wel al tamelijk precies bepalen hoe lang en breed mijn voertuig is. Met een speling van een halve meter zal ik me niet aan ongewenste aanrakingen overgeven. Er zijn mensen die aan een paar centimeter genoeg hebben, maar die kunnen dan bijvoorbeeld niet foutloos schrijven en dat kan ik wel.

Wat wel problemen veroorzaakt is de spoorbreedte van mijn auto. Als ik achter het stuur zit, kan ik de wielen immers niet zien en moet ik gissen hoever die uit elkaar staan. In het dagelijkse verkeer ondervind ik daar weinig hinder van, maar soms moet ik op zo’n lift of over een put rijden … Ik kan dat niet. In de garage waar ik gewoonlijk kom, weten ze dat en daar doen ze het in mijn plaats, of ze sturen een mannetje mee dat richtlijnen kan geven. Zonder dat kom ik gegarandeerd in die put terecht.

Ik ben dus geen uitstekende chauffeur, maar dat belet niet dat ik overal kom waar ik wezen moet, zij het soms met enige vertraging. Gisteren had ik bijvoorbeeld een afspraak en ik tufte daar vrolijk heen. Toen ik me in de buurt van Gent bevond, kreeg ik in de gaten dat de afrit die ik moest nemen al bijna twintig kilometer achter me lag. Nu ja, een kniesoor die daarop let. Hier laat je wat en daar vind je wat.

The Author