De jodelende fluiter

Het heeft lang geduurd voor ik kon fluiten, niettegenstaande de wijze en vooral geduldige raadgevingen van wijlen mijn vader. Ik had er de lippen niet voor en eigenlijk nog steeds niet, want nu vermag ik weliswaar een riedeltje ten beste te geven, maar er zijn er die veel beter presteren en dan heb ik het nog niet eens over de kunstfluiters. Ook slaag ik er nog steeds niet in om op mijn vingers te fluiten en dat is nochtans een kunstje dat ik bijzonder graag onder de knie zou krijgen.

Gisteravond stond ik op het terras en probeerde met een deerniswekkend fluitconcertje mijn poezen uit de tuin naar binnen te lokken. Het was niet om aan te horen en ze bleven dan ook waar ze waren. Een vriend die me gezelschap hield, stak toen wat van zijn vingers in de mond en gaf me daar een schril en snerpend geluid ten beste. De katten sprongen dodelijk verschrikt uit hun schuilplaatsen en schoten halje travalje het huis in. Dat wil ik dus ook kunnen en in het diepste geheim ben ik al volop aan het oefenen, maar vooralsnog blijft het bij wat geblaas en brobbelen van speeksel.

Als ik het fluiten op de vingers voldoende beheers, wil ik ook nog leren jodelen, maar dat is toekomstmuziek, dus daarover later meer. Ich habe jool in Tirol und ich bin blij op de alpenwei … jodelaliehei!

The Author