Zaterdagmorgen vloog ze nog

Ik bevond me in de buurt van een kerk toen daar een huwelijksplechtigheid afliep en het jonge paar op de drempel verscheen. O, wat zagen zij er godsgruwelijk gelukkig uit. Hij keek haar aan alsof hij haar uitgevonden had. Zij liet het zich glunderend aanleunen en blikte naar hem alsof hij beloofd had de maan voor haar op te hangen. Vooralsnog waren ze zich geen van beiden bewust van de dramatische spanning die men altijd voelt als geluk de catastrofe reeds in zich draagt. Ik wel.

Er kwam zo’n Amerikaans praalgraf op wielen voorrijden ─ is er een zwembad aan boord? ─ maar voor ze zich in die beddenwagen mochten nestelen, dienden ze zich eerst nog van een symbolische daad te kwijten en twee witte duiven de vrijheid te geven, want dat leverde soms erg mooi plaatjes op voor het album. De bruid vond het maar niks. Ze was bang van haar vogel. Dat zag je er zo aan af. Ze hield hem met gestrekte armen voor zich uit, alsof het de volgescheten luier van een baby met spuitpoep betrof. Haar echtgenoot gooide zijn exemplaar keurig de lucht in, maar zij … ocharme toch! Ze gaf het dier zelfs geen zetje, maar liet het vallen …

De duif probeerde hoogte te winnen, scheerde tussen de erehaag van toeschouwers naar de straat en … vloog daar met een petsend geluid kledder tegen de voorruit van een passerende auto. Er dwarrelden wat veren in het rond terwijl het slachtoffer over het asfalt rolde en daar met stuiptrekkende vleugels de geest gaf. Als slecht voorteken kan dat tellen.

Als dierenvriend pleit ik ervoor dat men dergelijke symbolische daden voortaan achterwege laat en zich bij zulke gelegenheden tot het gooien van rijstkorrels beperkt. Dat gesol met dieren altijd! Alle duiven die voor deze doeleinden aangewend worden, geef ik hierbij toestemming om zowel de jurk van de bruid als het pak van de bruidegom genadeloos te beschijten. Het zal ze leren!

The Author