Meneer spreekt talen 2

Mijn trouwe lezers zullen zich ongetwijfeld de jongeman herinneren, waarmee ik hier verleden jaar de draak stak, omdat hij indruk wilde maken op een meisje en te dien einde zijn uitgebreide talenkennis tentoonspreidde, maar zich hopeloos belachelijk maakte door een Engelse vleermuis een floddermouse te noemen. Fris desgewenst jullie geheugen op in Meneer spreekt talen.

Gisteren was ik op stap met Michael, een vriend van me, en we kwamen nogal onverhoeds in ons binnenlandse buitenland terecht, zodat we genoodzaakt waren om ons elegante Vlaams door het veel boersere Frans te vervangen … of is het omgekeerd? We knoopten een gesprek aan met een man die zijn tijd stond te verdoen in een tuin, waar talloze molshopen het gazon ontsierden.

─”Quelle invasion d’intrus!” merkte Michael op. Wat een invasie van ongenode gasten.
─”Vous voulez dire?” fronste de man. Wat bedoelt u?
─”Les moules”, verduidelijkte mijn vriend.
─”Moules zijn mosselen”, haastte ik me hem te verbeteren en ik schoot in de lach.
─”Betweter!” foeterde hij gegriefd. “Wat zijn mollen dan?”
Da’k het niet wist!
─”Allez! ’t Ligt op het puntje van mijn tong …” probeerde ik mijn gezicht te redden.
─”Des taupes”, zei de inwoner van ons binnenlandse buitenland.
─”Juist!” riep ik.
─”Totentrekker!” gromde Michael.
─”C’est quoi ça, un totentrekker?” vroeg de man. Wat is dat, een totentrekker?

En zo begon een gesprek waarvan het einde niet meteen in zicht was.

The Author