Bloemetjes en bijtjes, haantjes en hennetjes

Vandaag neem ik jullie mee naar een landelijk dorp in West-Vlaanderen. We duiken er een kleine supermarkt binnen, waar zich onlangs een Griekse tragedie heeft afgespeeld. Daar ontmoeten we Jefke, die zich zonder erg en dus op argeloze wijze tot een hoofdrolspeler van dat drama ontpopte.

Jefke heeft het helaas niet met zichzelf getroffen. Hij is bijzonder karig door de natuur bedeeld, om niet te zeggen lelijk door haar in de steek gelaten. Enkele aanlegstoornissen hebben hem lichamelijk benadeeld. Hij loopt niet enkel kwalijk, maar ook zijn hersens kunnen het allemaal niet bijsloffen en spreken komt bij hem neer op het uitstoten van een afgrondelijk gekreun, waarin sporadisch iets herkenbaars gevangen zit. Desalniettemin dabbert hij dagelijks door de supermarkt in kwestie, want hij mag er wat klusjes opknappen en zal er vermoedelijk ook wel wat voor vangen.

Toen hij laatst wat lege kratten naar het magazijn kruide, was hij bij aankomst aldaar getuige van een bloedstollend tafereel. Hij sukkeldraafde halje travalje naar het kantoortje, waar hij zijn bazin aantrof, tegen wie hij zich in een stroom van opgewonden klanken onverstaanbaar maakte. Toch meende zij in die kanonnade herhaaldelijk het woord vechten waar te nemen.
─”Zijn ze aan ’t vechten?” vroeg ze.
Het gekreun van Jefke kreeg de allure van een triomfantelijk gejubel en ze volgde hem naar de plaats waar de handtastelijkheden plaatsgrepen.

Haar echtgenoot was inderdaad bezig een vrouwelijke winkelbediende een geduchte schrobbering te geven. Hij was daar dusdanig door in beslag genomen, dat hij niet eens gemerkt had dat Jefke hen betrapte. Pas toen zijn vrouw in gillende kwaadheid ontstak, stond hij plots weer met beide benen op de grond. Het meisje eveneens.

Sindsdien zijn ze geen van beiden nog in de supermarkt opgemerkt. Ik denk dat ze herstellen van de verwondingen die ze tijdens de vechtpartij hebben opgelopen.

The Author