Roekeloos gekleed

Tijdens de voorbije winter kon ik wederom van een overzichtstentoonstelling van hoofddeksels genieten. Nu ja, genieten?! Wie mij een beetje kent, weet dat ik een heftige afkeer aan den dag leg voor hoeden, petten, baretten, mutsen en wat dies meer zij en dat ik zelfs een gloeiende siroophekel heb aan die met lommerrijke, maar volstrekt bespottelijke kleppen toegeruste honkbalpetten, of baseball caps. Tegenwoordig neemt men nogal snel zijn toevlucht tot het Engels als men indruk op iemand wil maken met zijn laserscherpe verstand.

Vanmorgen zag ik een man in een uitgelubberd trainingspak, die een wel zeer tot de verbeelding sprekende muts opgezet had. Het ding was namelijk voorzien van een in mijn ogen uitnodigende schietschijf. Ik voelde me daar ongemakkelijk bij, raakte zelfs enigszins van mijn à propos en prees me gelukkig dat mijn afschuw van wapens nog groter is dan die van hoofddeksels. Als ik op dat moment in het bezit van een schiettuig geweest was, zou ik het misschien niet hebben kunnen laten om het op dat mikpunt te richten en de trekker over te halen. Ik vond het doodeng dat zulke macabere gedachten mijn hersens konden gijzelen.

We hebben er eigenlijk geen Nederlandstalige uitdrukking voor, maar de Fransen noemen het l’appel du vide ─ de lokroep van de leegte ─ en in Engelssprekende landen heet het high cliff syndrome. Dat staat voor de instinctieve en meestal zonder gevolg blijvende drang die sommige mensen voelen om van een hoog gebouw of in een ravijn te springen. Bij uitbreiding gebruikt men het ook voor opwellingen en neigingen, die niet direct tot de usances behoren, zoals bijvoorbeeld zin hebben om een politieagent zomaar een muilpeer te geven, of publiekelijk in je broek te plassen. Ik verzin maar wat.

Zou het mogelijk zijn dat mijn aandrift om het hoofddeksel van die man als doelwit te gebruiken tot die categorie behoort? Ik mag het van harte hopen en ik denk wel dat het zo is, want ik ben niet eens in staat om een hinderlijke vlieg dood te slaan. Toch blijf ik het een rare hersenkronkel vinden en daarom is mijn afkeer voor mutsen vandaag nog groter dan gisteren.

The Author