De amokmaker

Onlangs kwam ik nogal onverhoeds op een rommelmarkt terecht. Het zijn samenscholingen die ik niet pleeg te frequenteren, want ik heb zo al genoeg rommel in mijn kot. Ik werd er staande gehouden en aangesproken door een persoon die ik slechts zeer oppervlakkig ken, sinds we jaren geleden in hetzelfde hotel in het diepste zuiden van Frankrijk vertoefden. Hij herinnerde me aan die, wat mij betreft, niet zo heuglijke vakantie en zei met een jarig gezicht:
“Dat waren nog eens tijden!”
Dat waren het zeker! Ja, tegen wie zei hij het?

Vooral die ene avond staat ten eeuwigen dage op mijn netvlies gebrand en in mijn geheugen gegrift. We schreven 14 juli, de nationale feestdag van Frankrijk, en te dezer gelegenheid greep er in het dorp waar we verbleven een zogeheten ‘fête champêtre’ plaats: een bal populaire in de openlucht, waar een opgeklopt sfeertje van feestvreugde heerste en waar de plaatselijke wijnen, Grenache en Muscat de Rivesaltes rijkelijk vloeiden.

Ik zag het gebeuren, maar ik kon er niet meteen een etiket opplakken en toen ik dat wel kon, was het al te laat. Mijn landgenoot, die nogal mateloos van de dranken genoot, begon plots met een verwilderde en angstaanjagende blik om zich heen te kijken. Amper een paar tellen later ontstak hij in regelrechte razernij en dat bleef niet zonder gevolgen. Hij was door het dolle heen, ging als een wildeman tekeer en vernielde alles ─ tafels, stoelen, serviesgoed ─ wat hij op zijn rampage doorheen het dorp aantrof.
“Hij weet nochtans heel goed dat hij geen druppel alcohol mag drinken”, jammerde zijn echtgenote voor ze de aan voor achtervolging inzette.
Naar verluidt maakte hij ook aanstalten om mensen aan te vallen, maar voor hij dat kon doen, greep de politie in door hem op ik weet niet welke manier te neutraliseren en naar een ziekenhuis over te brengen.

De dag daarna verscheen hij in het hotel en bleek hij zich niets van het hele voorval te herinneren, tot de politie opdaagde en hij de rekening voor de door hem aangerichte schade gepresenteerd kreeg.

“Dat waren nog eens tijden!” zei hij tegen mij toen ik hem tijdens een rommelmarkt tegen het lijf liep.
Ja, tegen wie zei hij het?

Ik weet niet of hij die avond wat gedronken heeft, want ik ben veiligheidshalve ver uit zijn buurt gebleven.

The Author