Soms …
… zeg ik iets en weet ik niet precies wat ik ermee bedoel, maar toch heb ik veel vertrouwen in de goede afloop van mijn gedachte;
… moeten we noodgedwongen mensen uit ons verleden vergeten, om de eenvoudige reden dat ze niet in onze toekomst thuishoren;
… moet je achterom kijken om te zien of je vooruit bent gegaan;
… zou ik nogal geschrokken zijn, ware het niet dat ik zo onverschrokken ben;
… heb ik zo diep en lang geslapen, dat ik bij het ontwaken last heb van rigor mortis;
… kom ik in een café met een type in aanraking, dat ik me afvraag waarom ik niet thuisgebleven ben;
… voel ik me een ongewenste toeschouwer, met alle onbehagen van dien;
… zit ik me af te vragen wat ik me eens zo afvragen.