Als de rozen bloeien …

Hoewel ik me niet in de stille Kempen bevond, en al helemaal niet op de purp’ren hei, trof ik toch een eenzaam huisje op mijn weg aan, zij het zonder berk erbij.

Geen berk dus, maar wel een boerenblommentuintje dat uitbundig met Flora’s kinderen pronkte en een terras, dat volgeladen was met allerhande snuisterijen en prullaria, waaronder een gietijzeren uil, die zoals het een uil betaamt wijsneuzig op een soortement pilaar prijkte.

Nu heb ik al mijn hele leven een raadselachtige affiniteit met uilen, zoals de titel van mijn blog al laten uitschijnen. Ik hield dus halt, om de vogel wat nader te bestuderen en eventueel te informeren of ik die voor een zachte prijs kon verwerven, teneinde die aan mijn verzameling toe te voegen, want ik heb inmiddels al tientallen uilen in mijn bezit.

Er moet zich daar ergens een luidspreker opgehouden hebben, want ik hoorde muziek, meer bepaald de omfloerste stem van Adamo. “Quand les roses fleurissaient, sortaient les filles”, zong hij en alsof de duvel ermee speelde, of een ander wezen dat over bovennatuurlijke krachten beschikt, verscheen op dat moment een stokoud vrouwtje ─ ze bediende zich inderdaad van een stok ─ in de met rozenguirlandes omkranste deuropening. Ze hing deerniswekkend aan de arm van een man, die haar op een bankje in de zon neerpootte en zich vervolgens tot mij wendde.

Ik deelde hem mee dat ik in hoge mate geïnteresseerd was in zijn uil en hoopte dat hij die enigszins goedkoop aan me wilde verkopen. Ik ben en blijf immers een zeer spaarzaam persoon. Sommigen overdrijven en noemen mij gierig, ja, zelfs vrekkig en ik ben daar eigenlijk niet van gediend, maar ze kunnen me de moord pruimen.

Terwijl we in ons zakelijk gesprek verwikkeld waren, voerde het oude vrouwtje dat zijn moeder bleek te zijn, zowel doof als blind was en dus niks hoorde en niks zag, een mompelende en onverstaanbare conversatie met iemand die wij niet konden zien, maar zij blijkbaar wel. Mens toch!

De hemel verhoede dat ik in zo’n toestand terechtkom als ik oud ben en der dagen zat.

Ik heb de uil van haar zoon cadeau gekregen. Jawel, gratis en voor niks. Ik zal hem één dezer dagen een ballotin pralines brengen, want ik ben helemaal niet vrekkig. Misschien vindt zijn oude moeder die ook lekker.

The Author