O krinklende winklende waterding

Een aantal maanden geleden heb ik het hier al eens over mijn omzichtige relatie met wc’s gehad. Als jullie het geheugen willen opfrissen of gewoon nieuwsgierig zijn naar de reden waarom ik dat sanitaire toestel met zoveel achterdocht benader, kunnen jullie even doorklikken naar dat schrijfsel: Smeulend onder de gordel.

Nu heb ik tijdens de voorbije maanden toch zeker drie berichten gelezen over brave lieden, die in alle eenvoud en zonder veel complimenten een knijpbriefje wilden afvaardigen, maar plots oog in oog stonden met slangen, die zich op eigengereide wijze in de pot genesteld hadden. Je schrikt je toch de tering, man! Hou dan maar eens je darmen bij elkaar. Als het mij ooit overkomt, zal ik mijn knijpbriefje ongetwijfeld op de badkamervloer afvaardigen. Mijn trouwe lezeressen en lezers weten inmiddels hoe bang ik voor slangen ben en als dat addergebroed zich dan ook nog in de zeer door mij gewantrouwde drollenvangers ophoudt …

Gisteren vernam ik uit zeer betrouwbare bron het ijzingwekkende wedervaren van een Vlaamse dame ─ de buurvrouw van de vriendin van de zoon van een kennis van me ─ die op een ochtend besloot een wasje te draaien. Ze opende nietsvermoedend de patrijspoort ─ of hoe heet zo’n ruitje? ─ van het toestel, om tot haar verbijstering in de trommel een slang aan te treffen, die zich kronkelend een weg naar de vrijheid baande, terwijl zij er gillend als een konijn in de beet van een wezel tussenuit naaide.

Kijk, als ik dit ooit moet meemaken, vlucht ik als de vliegende reetscheet het land uit, om nooit terug te keren. Mochten er hier dus plots geen nieuwe schrijfsels meer verschijnen, dan weten jullie wat er aan de hand is.

The Author