Categorie: Laagvlieger

Het ‘bakske’ van Telenet

Ik heb een behoorlijk duur abonnement bij Telenet. Allicht daarom kreeg ik onlangs hun laatste aanwinst cadeau: de TV box, ter vervanging van mijn oude, vertrouwde digicorder.

Die TV box is een vrij klein ‘bakje’, dat niettegenstaande zijn minuscule formaat tot heel wat in staat is, of toch zou moeten zijn, en tal van nieuwe mogelijkheden biedt, of toch zou moeten bieden. Zo zou ik bijvoorbeeld een onbeperkt aantal programma’s tegelijk kunnen opnemen en in de ‘cloud’ bewaren voor later gebruik. Alle ‘entertainment’ zou ik op één plek terugvinden, talloze functies met ‘voice control’ kunnen bedienen en wat weet ik al niet meer. Neem me het onnodige en dus onnozele gebruik van het Engels door Telenet niet kwalijk. Lang verhaal kort: het ding zou een soort toverdoos moeten zijn, maar het lijkt me eerder op weg om zich tot een doos van Pandora te ontpoppen.

Ik probeerde een film op te nemen, maar om onnaspeurbare redenen is de registratie halverwege gestopt. In de afdeling ‘entertainment’ beschik ik onder meer over YouTube, maar ik heb er geen idee van hoe ik dat kanaal moet bedienen. Het wordt ook nergens uitgelegd. Er zijn nog meer van die vervelende akkefietjes, maar waar ik me het meest aan erger is het terugkijken.

Laat ik als voorbeeld een aflevering van CSI nemen. Ik kan die tot ongeveer halverwege rechtstreeks bekijken, maar dan moet ik dat onderbreken, wegens – ik zeg maar wat – een telefoon, of een onverwachte visite. Als ik daarna, gedane zaken, opnieuw het desbetreffende programma wil bekijken, kan ik niet zomaar doorspoelen naar het moment van de onderbreking, maar dien ik tientallen stupide reclameboodschappen voor lief te nemen.

Ja zeg, daar krijg ik het behoorlijk van op mijn teringtietjes en op zo’n moment heb ik een godsgruwelijke schurfthekel aan Telenet, waardoor ik als een Tourettepatiënt een mitraillade schunnigheden op ze zit af te vuren, maar zelfs dat zet geen zoden aan de dijk. We mogen betalen, maar verder hebben we geen morzel in de melk te brokken.

Het gestoethaspel van Colruyt

Ik ben hoe langer hoe meer mistevreden ─ en dientengevolge hoe langer hoe minder tevreden ─ over de supermarkt, Colruyt, waar ik maandelijks toch ongeveer zeshonderd euro besteed.

Dan heb ik het niet meteen over de botte trien, die mij onlangs op ronduit onbeschofte wijze van antwoord diende toen ik het aandurfde haar een vraag te stellen, want zodoende zou ik de andere personeelsleden, die wel vriendelijk en behulpzaam zijn, onrecht aandoen.

Neen, mijn ongenoegen beperkt zich hoofdzakelijk en vooralsnog tot het in hoge mate wispelturige aanbod waaraan Colruyt zich bezondigt en waarmee ze mijn ergernis opwekken.

Zo placht ik maandelijks in de diepvriesafdeling een aantal verpakkingen Scampi Diabolique te kopen, tot die plots en om onnaspeurbare redenen uit het assortiment verdwenen. Nadat ik daaromtrent mijn ongenoegen kenbaar had gemaakt bij de klantendienst doken die weer op, om na een paar weken opnieuw compleet de mist in te gaan en niet terug te keren, net als de limoensorbet, het worstenbrood, de kaaskroketten … en wat weet ik al niet meer. En daar sta je dan met je goeie gedrag.

sorbet

Kijk, Colruyt, jullie zijn lang niet het laatste broodje in Hongerstad. In een straal van nog geen kilometer kan ik terecht bij Lidl, Carrefour, Delhaize, Jumbo en Aldi … En ik heb even mijn licht opgestoken bij Delhaize. Daar heb ik zowel Scampi Diabolique, als limoensorbet, worstenbrood en kaaskroketten, ja zelfs het vermaarde streekproduct ─ de mosterd van Wostyn ─ aangetroffen, dat jullie halsstarrig weigeren te verkopen, hoewel de fabrikant ervan zich binnen schootsafstand van jullie winkeltje ophoudt. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook nog tal van andere producten aan te schaffen, ten bedrage van driehonderdzevenenzestig euro: bedrag dat jullie aan jullie eigengereide neus zien voorbijgaan.

Meer zelfs: ik denk dat ik voortaan mijn centen aan voedsel van Delhaize zal besteden. Hun gamma is niet alleen veel uitgebreider, maar het is ook een veel mooiere en aangenamere supermarkt dan jullie bunker. Dan mogen ze van mij gerust iets duurder zijn. Eigen schuld, dikke bult, Colruyt. De klant is nog altijd koning en we laten niet met ons sollen.

In tijden van schaarste ─ 2

De supermarktketen Colruyt mag dan misschien de laagste prijzen hanteren ─ dat beweren ze althans bij hoog en laag ─ maar dat zet bitter weinig zoden aan de dijk als tijdens mijn laatste bezoek de hieronder op mijn boodschappenlijst vermelde artikelen niet beschikbaar waren:

– brillenpoetsdoekjes
– pmd-zakken
– zelfrijzend bakmeel
– frituurolie
– slaolie
– worstenbrood
– tomatensoep in blik
– touw
– scampi diabolique (diepvries)
– mosterd Wostyn (nochtans een streekproduct)
– chips à l’ancienne
– limoensorbet
– kaaskroketten
– Fanta orange no sugar in blik

Ik maak me niet zo licht hersenblaren, maar de toekomst lijkt er me met de dag minder rooskleurig uit te zien: pandemie, oorlog, prijzen die de pan uitrijzen, schaarste … en een regering van onbekwame onbenullen, die niet weten van welk hout pijlen te maken.

Er staan ons benarde tijden te wachten. Ik denk dat ik zo langzamerhand wat zal beginnen hamsteren. Ik wil in geen geval zonder toiletpapier komen te zitten.

Een pantagrueleske maaltijd

kip1In het met uitermate krakkemikkige fietspaden toegeruste Jabbeke, aan de rand van de weg die Brugge met Gistel verbindt en op strompelafstand van het Permekemuseum, botste ik tijdens het fietsen op een kraam, waar er je geen gebraden duiven in de mond vlogen, maar waar je wel gebraden kippen kon kopen.

Ik hield halt, stapte af, wachtte mijn beurt af en bestelde toen zo’n vogel.
─”Klein, medium of groot?” vroeg het meisje dat daar de dienst uitmaakte.
─”Groot!” sprak ik met een gulzige, om niet te zeggen vraatzuchtige mond.
Ik hou nogal veel van de knap en als ik mes en vork in stelling breng, moet je serieus de ijskast openzetten.

Het slachtoffer werd gewogen en absoluut niet te licht bevonden, want toen ik thuis de kassabon raadpleegde, bleek die ministruisvogel schoon aan de haak zo maar eventjes 1,616 kg te wegen. Het viel dan ook niet te verbazen dat ik er € 15,27 diende voor te betalen, maar ik was desalniettemin in hoge mate verbaasd, want het was veel meer dan ik verwachtte. Ik kreeg er weliswaar een gratis slaatje bij, al was dat niet echt een pleister op de wonde.

Terwijl ik thuis de kip uitpakte, struikelde mijn oog over het plastic tasje dat er omheen zat en waarop een in precieuze schoonschriftletters gedrukte boodschap mijn aandacht trok. Ik las:

kip2

gevolgd door de firmanaam.

Het weze mij toegestaan om dit allerminst een geslaagde slogan te vinden. Het onschuldige beest is tenslotte op brutale wijze vermoord en het lijkt me ongepast om daar gewag van te maken, teneinde er munt uit te slaan. Het scheelde echt niet veel of het bericht ontnam me mijn appetijt, maar zoals ik hierboven al schreef: ik heb een gulzige, om niet te zeggen vraatzuchtige mond.

Laat je vooral niet haasten

Ik bestelde enkele boeken in een internetwinkel en kreeg twee dagen later ’s morgens een e-mailbericht van bpost, met de mededeling dat ik de levering ervan nog dezelfde dag mocht verwachten, tussen 9.00 uur en 17.00 uur om precies te zijn. Nu ja, zo precies was dat nu ook weer niet.

Ik zegde derhalve de tientallen afspraken – ahum! – voor die dag af en bleef thuis, om vol ongeduld de komst van mijn pakje te verbeiden. Dat bleef duren.

Om 15.15 uur stuurde bpost me een e-mail:

“Onze verontschuldigingen, helaas lukt het ons niet om je pakje af te leveren zoals gepland. Zodra we meer details kennen omtrent het moment van levering houden we je hier op de hoogte.”

Door hun toedoen heb ik dus een hele dag verkwanseld en mag ik eerstdaags nog een dag verkwanselen. Ik heb daar maar twee … eh … vijf woorden voor: Wel godverdomme hier en gunter! En meer heb ik daar niet over te zeggen. Of toch? Bpost, jullie zijn een bende prutsers! Hèhè, dat lucht op.

Brol van de onderste plank

In een vlaag van verstandsverbijstering en tegen beter weten in heb ik me laten verleiden om mijn slimme telefoon te voorzien van de app van Itsme en me vervolgens te registreren als gebruiker van het programma.

Wat is Itsme en wat zou ik er allemaal mee kunnen doen? Ik laat die luiden zelf even aan het woord:

Itsme is een superhandige en op-en-top veilige manier om digitaal je identiteit te verifiëren.
Log in op al je accounts met je unieke itsme-code? Registreer je snel online zonder fouten in je gegevens? Een transactie bij je bank bevestigen? Documenten aanvragen bij de gemeente via een e-loket? Download itsme en regel alles voortaan met je digitale ID.

Krijg nou tieten! Dat zou allemaal buitengewoon handig zijn, ware het niet dat het ding voor geen meter werkt. Ik overdrijf lichtjes. Het ding werkt één keer op honderd pogingen en in de negenennegentig andere gevallen krijg ik het volgende te zien:

itsme

Ik dacht aanvankelijk dat er wat aan mijn telefoon of de instellingen ervan haperde, maar dat bleek niet het geval, want twee vrienden en drie kennissen van me kregen precies hetzelfde te zien: nul, prot, nogabal.

Ik stuurde derhalve een e-mail naar Itsme en kreeg een nietszeggend antwoord, met instructies van wat ik zou moeten doen en nazien. Ik deed dat en zag alles na, maar het zette geen zoden aan de dijk, of wat hadden jullie gedacht? Per e-mail bracht ik ze daarvan op de hoogte en ze lieten me weten dat de schuld niet bij hen lag ─ ocharme! ─ maar bij de overheidsinstellingen, die kennelijk problemen hebben met het accepteren van digitale identiteiten. Tja, daar zijn we dan mooi klaar mee. Het verbaast me eigenlijk niet. Ik heb het al gezegd en ik wil het graag herhalen: Vivaldi is een regering van de onderste plank. Prutsers!

En Itsme is brol van de onderste plank. Brol!

Hallmark gebruiken is kladdeboteren

Hoewel ik het hardnekkig blijf proberen, kan ik mezelf niet langer voorliegen dat ik jong ben. Ik heb immers de Dode Zee nog gekend toen die nog leefde.

Nee, ik ben inmiddels helemaal van mijn jeugd bekomen en men beweert zelfs dat ik me een beetje ouderwets durf te gedragen. Misschien is dat wel zo, want ik klamp me nogal gewillig vast aan enigszins voorbijgestreefde gewoontes. Zo heb ik bijvoorbeeld een haat-liefdeverhouding met de moderne communicatiemiddelen, zoals aaifoons, smoelenboeken, e-mails, sms-berichten en wat dies meer zij.

Als iemand uit mijn kennissenkring ten prooi valt aan een feestelijke of gedenkwaardige gebeurtenis ─ zoals daar zijn: verjaardagen, jubilea, geboortes, communies, jaarwisselingen, allerhande vieringen, ziektes en zeertes, sterfgevallen ─ pleeg ik daar nog steeds een met kalligrafische hand beschreven kaartje aan te besteden, dat ik vervolgens aan Tante Pos toevertrouw.

Ik laat mijn vaak bevlogen, ja, soms zelfs ronduit poëtische boodschappen bij voorkeur uit een ouderwetse vulpen vloeien en daar zijn de meeste wenskaarten ─ en zeker die van Hallmark ─ absoluut niet blij mee. Het duurt uren voor ze de inkt laten opdrogen en als je ondertussen even niet oplet, veroorzaak je een kliederboel van je welste.

Heremijntijd! Ik heb zodoende al een klein fortuin aan kaarten verkwanseld, maar ik weiger halsstarrig afstand te doen van mijn geliefde vulpennen. Hallmark daarentegen … komt bij mij het huis niet meer in.

Leedvermaak?

Hoewel ik sociale media als de latrine van de publieke opinie beschouw, verkwist ik af en toe wat tijd aan Twitter. Wat me daarbij opvalt, is dat veel van die twitteraars lang niet alles scherp te krijgen wat de Nederlandse taal betreft. Nauwelijks gehinderd door enige kennis van zaken schrijven ze als een keukenmeid en bezondigen ze zich ongegeneerd aan taal- en stijlfouten, waarbij vooral de dt-regels het moeten ontgelden.

Nu ik toch Twitter bij de kop heb, wil ik daar nog wat meer over kwijt. Sommigen gebruiken dat medium immers om de wereld kond te doen van treurige, of zelfs tragische gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld het verscheiden van een geliefd wezen ─ mens of dier ─ of het toeslaan van onheil, zoals daar zijn lichamelijke of materiële rampspoed. Het leven is nu eenmaal een potpourri van tegenslagen. Hun lezers kunnen omtrent deze berichten hun deelneming betuigen, wat bij Twitter evenwel enkel mogelijk is via de knop ‘ik vind dat leuk’. Bewaar me, zeg!

─ “Er is bij mij borstkanker vastgesteld.”
─ “Mijn hond is onder een auto terechtgekomen en heeft dat niet overleefd.”
─ “Mijn vader heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.”
Het zijn allemaal berichten die anderen ‘leuk vinden’.

Ik vind dat eigenlijk niet zo’n succes, laat staan leuk.

Ludivine Dedonder: een trut van Troje

O, wat erger ik me aan de in zeer hoge mate door mij misprezen Belgische minister van Defensie: de zurkeltrut Ludivine Dedonder. Als jullie willen weten waarom ik zo’n godsgruwelijke schurfthekel aan dat mens heb, moeten jullie vooral doorgaan met lezen.

Naar aanleiding van de onverkwikkelijke gebeurtenissen in Afghanistan en de daarmee gepaard gaande tussenkomsten van het Belgisch leger verscheen deze danig over het paard getilde kakmadam op mijn televisiescherm, terwijl ze geïnterviewd werd door een journalist van de VRT, zijnde de Vlaamse televisie. Desalniettemin kwam er geen enkel Nederlands woord over de lippen van dat wijf. Ze overtrad alle regels van het fatsoen door de taal van de hoofdmoot der Belgen doodgemoedereerd te negeren, waarschijnlijk omdat ze te dom of te lui is om die aan te leren. Of zou ze het Nederlands beneden haar Waalse en socialistische waardigheid vinden?

Het in meer of desnoods mindere mate beheersen van beide landstalen zou een conditio sine qua non moeten zijn voor de leden van de Belgische regering. En dus ook voor het onbeschofte schepsel en de in hoge mate door mij misprezen kakmadam: Ludivine Dedonder.

Ze komt daar niet mee weg, althans niet wat mij betreft. Als het aan mij ligt, zal ze roemloos tenondergaan.

Den goedgunstigen lezer, heil!

Als verwoed lezer geef ik nog altijd de voorkeur aan echte boeken, de papieren druksels, zelfs nadat ik zo’n acht jaar geleden een e-reader van Sony in de schoot geworpen kreeg, omdat ik vrij nauwkeurig het aantal deelnemers aan een prijsvraag ingeschat had.

Na een bezoek aan de röntgenafdeling van een ziekenhuis liet dat het toestelletje het evenwel afweten, wellicht omdat het door de stralingen helemaal in de war raakte en alles door mekaar hutselde, zoals vermeld in mijn schrijfsel Vreugde met een dompertje dat ik op 21 september 2013 aan deze gebeurtenis wijdde.

Omdat ik tegenwoordig vaak uithuizig ben en meer dan me lief is wachttijden moet trotseren, leek het me handig om toch maar weer zo’n draagbare bibliotheek bij de hand te hebben, teneinde me geen hernia te zeulen aan gewichtige boeken. Ik koos een lezer van Kobo.

Jullie zullen me niet horen beweren dat ik opgetogen ben over mijn aanwinst. Mijn ongenoegen geldt niet zozeer het apparaat zelf, maar wel de weergave van de boeken die ik bij Kobo aangekocht heb. Die vertonen namelijk een potpourri aan tekortkomingen, zoals daar zijn ontbrekende bladzijden, foutieve splitsingen, mankerende spaties, krakkemikkige interpunctie …

Door dat alles lezen die boeken niet lekker en in mijn hoedanigheid van perfectionist omtrent teksten, zit ik me daar zo omstandig, ja zelfs buitensporig aan te ergeren dat het niet mooi meer is.

Wat mij betreft, is Kobo allerminst een aanbeveling. Ach, was ik maar in de moederschoot gebleven.