Tag: winkelen

Ach, wie kan het ook verrekken?

parfumEen van de talloze dingen die ik me afvraag is: waarom verpakt men lekkere luchtjes van allerlei slag, zoals daar zijn balsems, crèmes, gels, lotions, poeders, parfums en eaux de toilette ─ mijn zusje zaliger, die verstandelijk minder begaafd was, noemde die dingen steevast ‘goeterieke’, wat een Vlaamse simplificatie is van goed ruikenden ─ altijd in van die ingewikkelde, weliswaar fraaie en ongetwijfeld dure flacons en flessen?

Moet dat nu echt en waar is dat goed voor? Het drijft de kostprijs van die toch al belachelijk dure producten nodeloos omhoog, omdat vrijwel niemand die vernuftig uitgedachte en in sommige gevallen oogstrelende verpakkingen ─ die in een toonzaal van Venetiaans glas op het eilandje Murano niet uit de toon zouden vallen ─ aanschouwt, want die staan meestal mooi te wezen in badkamers en toiletruimtes, waar geen levende ziel die komt bezichtigen.

Zelf ben ik nogal verslingerd op de geuren van Terre d’Hermes en die mag men van mij gerust in een heel ordinair flesje aanbieden. Ik zal daardoor niet minder lekker ruiken, denk ik zo. En er misschien wat minder voor betalen, wat voor een gierig … eh … een spaarzaam mens mooi meegenomen is.

O, ijdele hoop!

Winterkost

In de supermarkt lagen er kerststollen wulps naar me te lonken. Nu ben ik danig verlekkerd op die feestelijke baksels, dus deponeerde ik nogal achteloos en vervuld van voorpret zo’n gevalletje in mijn kar.

Thuis kon ik niet snel genoeg mijn lusten botvieren en me aan die godenspijs verlustigen, dus rukte ik wellustig ─ drie keer ‘lust’ in één zin zal wellicht volstaan om mijn ingesteldheid weer te geven ─ het luidruchtige cellofaan open en ontbolsterde zodoende … geen verrukkelijke stollen, maar een kwartet dicht tegen elkaar aangeleunde, voor vogels bestemde vetbollen.

Daar was ik ook hoegenaamd niet blij mee. Kunnen jullie nagaan. Wat een verwarrende verpakking! De vogel voor wie het product bestemd is ─ vermoedelijk een mees ─ was enkel aan de onderkant te zien en dan nog op onopvallende wijze. Welke idioot krijgt het bovendien in zijn bolle kop om voor dieren bestemde artikelen in de onmiddellijke omgeving van de broodafdeling neer te poten?

Tja, ik begin warempel op de Belgische politici te lijken: nooit de hand in eigen boezem steken, maar steevast iemand anders de zwartepiet toespelen.

Net geen gratis geschenk

Ik breng altijd een glimlach in stelling als een bedrijf in een reclameboodschap het verwerven van een gratis geschenk in het vooruitzicht stelt. Een geschenk hoort volgens mij altijd gratis te zijn, want anders is het geen geschenk … maar dit terzijde.

Een goede vriendin van me was jarig en daarmee verdiende ze dit keer geen bloemetje, maar een geschenkkaart van de supermarkt waar ze meestal haar inkopen pleegt: OKay. Ik begaf me naar een filiaal van die winkel en bestelde daar zo’n kaart, ten bedrage van € 100. Ik mag dan misschien een stuitende vrek zijn, maar voor de mensen die ik graag mag, houd ik de hand niet op de knip.

De vrouw die de kassa bediende bezorgde me zo’n kaart. Ze rekende af en ik betaalde per mobieltje, maar toen diepte ze twee biljetten van € 50 uit de geldlade op, om die aan me te overhandigen.
─ “Wat krijgen we nu?” hing ik even in het luchtledige.
─ “De honderd euro van je kaart”, zei ze.
─ “Nu begrijp ik het niet meer”, schuddekopte ik. “Ik heb een geschenkkaart gekocht en betaald, dus hoef ik geen honderd euro van u te ontvangen.”
Ze keek me aan alsof ze snot zag branden en toen ging er haar opeens een licht op.
─ “Wat ben ik toch een polderpatat!”, snoof ze en ze sloeg zich voor het hoofd.
─ “Dat heb je mij niet horen zeggen”, meesmuilde ik.
─ “Waar zit ik met mijn gedachten?” vroeg ze zich af.
─ “Ik zou het begot niet weten”, schokschouderde ik en ik gaf de honderd euro aan haar terug.

Zoals ik hierboven al schreef bestaat een gratis geschenk volgens mij niet, maar dit keer heeft het toch geen haartje gescheeld of ik had er een te pakken.

Prijs de hemelen voor keukenrollen!

Ik zal hooguit een halfuur als een zwaluw door de supermarkt gescheerd hebben, maar toch heeft iemand me daar aangestoken en met een loeder van een verkoudheid opgezadeld. Sindsdien heb ik namelijk niemand meer gezien of gesproken, dus moet het onheil zich in Colruyt voltrokken hebben.

Ik laboreer zodoende al twee weken aan een uitermate hinderlijke kwaal, die me weliswaar nogal klam omzwachtelt, maar geen door koorts of noemenswaardige pijn veroorzaakte knauw aan mijn lichaam geeft.

Ik word wel geplaagd door een zeer lastige hoest en een uitermate bedrijvige snotkoker, hetgeen gepaard gaat met een onvoorstelbare productie van kwalsters, rochels, snot en fluimen. Ik ben me ten zeerste bewust van de wansmakelijke draagkracht van mijn woorden, maar ik blijf kokeren, mijn longen verschonen en bovendien slibben mijn oren dicht.

Ik vraag me af hoe mijn nochtans bescheiden lichaam in staat is om dergelijke hoeveelheden smerige overtolligheden te blijven produceren. Internet leert me evenwel dat dit tot ongeveer een liter per dag kan oplopen en daar ben ik vermoedelijk niet ver vandaan.

Ondertussen probeer ik mijn ‘snotvollienge’ te bestrijden met bijvoorbeeld een in melk gekookt teentje knoflook, of het innemen en gebruiken van allerhande sprays en vloeistoffen, waaronder de in vroegere tijden alom geprezen ‘slekkesirope’ ─ slakkensiroop ─ waarvan naar verluidt echt slakkenslijm een onderdeel is. Bah, wat vies!

Het enige wat me in deze barre tijden soelaas biedt, zijn keukenrollen. Ik heb er in deze twee weken al een dozijn naar de vernieling geholpen. De hemel weze geprezen voor keukenrollen …

… en moge ik, in het slechtste geval, nog de moeite van het beademen waard zijn.

Summa cum laude

Onlangs schreef ik hier dat ik goed op weg ben naar een leven als knorrige brompot. Dat was natuurlijk lichtjes overdreven. Af en toe stel ik me wat milder op en durf ik me zelfs op positieve wijze over iets of iemand uit te laten. Als het goed is, zeg ik het ook.

Zo kan ik bijvoorbeeld enkel enthousiaste superlatieven wijden aan de website/webwinkel van:

Penworld

Wie mij een beetje kent, weet dat ik bereid ben in onmacht te vallen voor alles wat met schrijven te maken heeft. Mijn furiositeit behelst zowel papier als pennen, agenda’s en allerhande bureaubehoeften van het betere soort … en dat is nu net waar Penworld me mee verlokt. Lang verhaal kort: ik vind er mijn gading en ben dus al ettelijke keren overgegaan tot een aankoop, zijnde onder meer exclusieve vulpennen, een Filofax, lederwaren, agenda’s en notitieboeken van Moleskine en Leuchtturm, potjes inkt met uitzonderlijke kleuren …

En kijk, als je bij hen wat koopt, mag je zeker zijn van een vlotte, correcte behandeling van je bestelling en een verzorgde levering ervan. Je krijgt je pakketje snel thuisbezorgd, vergezeld van een vriendelijk en handgeschreven dankwoord en een kleine attentie: een trio bonbons van Napoleon.

Perfectie mag dan misschien niet van deze wereld zijn, maar Penworld benadert die toch heel dicht. Daarom steek ik ze graag, zij het enigszins oneerbiedig, een veer in het gat. Van harte aanbevolen.

Sluikse toestanden

Tijdens het fietsen passeerde ik een barakje, waar men luidens een uithangbord vruchten van de zomer kon kopen. Ik heb hier al eerder vermeld dat ik absoluut geen fan van automaten ben, maar in mijn hoedanigheid van zwakkeling liet ik me toch verleiden om in de remmen te knijpen, teneinde te kijken wat men er in de aanbieding had.

Dat waren naast aardbeien ook kersen die, dat stond in grote, ietwat onbeholpen letters vermeld, niet alleen vlezige en sappige eigenschappen bezaten, maar ook van een Belgische teler afkomstig waren. Of dat een meerwaarde is, weet ik eigenlijk niet, maar de kersen zagen er buitengewoon appetijtelijk uit en ik mag graag de Belgische, of toch zeker de Vlaamse economie een ruggensteuntje geven, want ik kan niet ontkennen dat ik meer Vlaming dan Belg ben.

Het toestel bleek geen bankjes van vijftig euro te accepteren en ik had niets kleiners bij me ─ wie het breed heeft, laat het breed hangen ─ maar gelukkig kon men ook met de pinpas betalen, zowaar zelfs contactloos. Ik toonde mijn kaart aan het schermpje en het ding begon enthousiast met lampjes te flikkeren en piepgeluidjes te produceren, maar verder gebeurde er niets. Het door mij gekozen vakje met kersen bleef potdicht en de kaartlezer keerde doodgemoedereerd terug naar zijn startpositie.

Nu ben ik nogal een doordouwer en hardleers bovendien, dus herhaalde ik de hele procedure … met hetzelfde resultaat. Nul, prot, nogabal. Ik droop derhalve af zonder kersen en begaf me naar de supermarkt ─ Colruyt ─ waar ik me van een bakje van die vruchten aanschafte, hoewel die kleiner van formaat waren en zichtbaar minder sappig. Bovendien biedt Colruyt die kersen aan in een open verpakking, die normaliter een halve kilogram van dat fruit moet bevatten, maar aan de kassa controleert men dat gewicht niet en je betaalt letterlijk het volle pond, terwijl ik thuis dat gewicht controleerde en vaststelde dat ik slechts vierhonderdtwintig gram kersen verworven had. Mijn sympathie voor Colruyt stond al op een heel laag peil en is nu onder nul gezakt. Weeg die kersen aan de kassa! Of verkoop ze in een gesloten verpakking! Zo moeilijk kan dat toch niet zijn.

Om mijn dag helemaal te verkloten ontdekte ik niet veel later dat de eigengereide automaat die me geen kersen bezorgd had, wel twee keer € 4,80 van mijn bankrekening had gehaald.

Krijg nu tieten en kus een beetje mijn klo…oster!

Het gestoethaspel van Colruyt

Ik ben hoe langer hoe meer mistevreden ─ en dientengevolge hoe langer hoe minder tevreden ─ over de supermarkt, Colruyt, waar ik maandelijks toch ongeveer zeshonderd euro besteed.

Dan heb ik het niet meteen over de botte trien, die mij onlangs op ronduit onbeschofte wijze van antwoord diende toen ik het aandurfde haar een vraag te stellen, want zodoende zou ik de andere personeelsleden, die wel vriendelijk en behulpzaam zijn, onrecht aandoen.

Neen, mijn ongenoegen beperkt zich hoofdzakelijk en vooralsnog tot het in hoge mate wispelturige aanbod waaraan Colruyt zich bezondigt en waarmee ze mijn ergernis opwekken.

Zo placht ik maandelijks in de diepvriesafdeling een aantal verpakkingen Scampi Diabolique te kopen, tot die plots en om onnaspeurbare redenen uit het assortiment verdwenen. Nadat ik daaromtrent mijn ongenoegen kenbaar had gemaakt bij de klantendienst doken die weer op, om na een paar weken opnieuw compleet de mist in te gaan en niet terug te keren, net als de limoensorbet, het worstenbrood, de kaaskroketten … en wat weet ik al niet meer. En daar sta je dan met je goeie gedrag.

sorbet

Kijk, Colruyt, jullie zijn lang niet het laatste broodje in Hongerstad. In een straal van nog geen kilometer kan ik terecht bij Lidl, Carrefour, Delhaize, Jumbo en Aldi … En ik heb even mijn licht opgestoken bij Delhaize. Daar heb ik zowel Scampi Diabolique, als limoensorbet, worstenbrood en kaaskroketten, ja zelfs het vermaarde streekproduct ─ de mosterd van Wostyn ─ aangetroffen, dat jullie halsstarrig weigeren te verkopen, hoewel de fabrikant ervan zich binnen schootsafstand van jullie winkeltje ophoudt. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook nog tal van andere producten aan te schaffen, ten bedrage van driehonderdzevenenzestig euro: bedrag dat jullie aan jullie eigengereide neus zien voorbijgaan.

Meer zelfs: ik denk dat ik voortaan mijn centen aan voedsel van Delhaize zal besteden. Hun gamma is niet alleen veel uitgebreider, maar het is ook een veel mooiere en aangenamere supermarkt dan jullie bunker. Dan mogen ze van mij gerust iets duurder zijn. Eigen schuld, dikke bult, Colruyt. De klant is nog altijd koning en we laten niet met ons sollen.

In tijden van schaarste ─ 2

De supermarktketen Colruyt mag dan misschien de laagste prijzen hanteren ─ dat beweren ze althans bij hoog en laag ─ maar dat zet bitter weinig zoden aan de dijk als tijdens mijn laatste bezoek de hieronder op mijn boodschappenlijst vermelde artikelen niet beschikbaar waren:

– brillenpoetsdoekjes
– pmd-zakken
– zelfrijzend bakmeel
– frituurolie
– slaolie
– worstenbrood
– tomatensoep in blik
– touw
– scampi diabolique (diepvries)
– mosterd Wostyn (nochtans een streekproduct)
– chips à l’ancienne
– limoensorbet
– kaaskroketten
– Fanta orange no sugar in blik

Ik maak me niet zo licht hersenblaren, maar de toekomst lijkt er me met de dag minder rooskleurig uit te zien: pandemie, oorlog, prijzen die de pan uitrijzen, schaarste … en een regering van onbekwame onbenullen, die niet weten van welk hout pijlen te maken.

Er staan ons benarde tijden te wachten. Ik denk dat ik zo langzamerhand wat zal beginnen hamsteren. Ik wil in geen geval zonder toiletpapier komen te zitten.

Een pantagrueleske maaltijd

kip1In het met uitermate krakkemikkige fietspaden toegeruste Jabbeke, aan de rand van de weg die Brugge met Gistel verbindt en op strompelafstand van het Permekemuseum, botste ik tijdens het fietsen op een kraam, waar er je geen gebraden duiven in de mond vlogen, maar waar je wel gebraden kippen kon kopen.

Ik hield halt, stapte af, wachtte mijn beurt af en bestelde toen zo’n vogel.
─”Klein, medium of groot?” vroeg het meisje dat daar de dienst uitmaakte.
─”Groot!” sprak ik met een gulzige, om niet te zeggen vraatzuchtige mond.
Ik hou nogal veel van de knap en als ik mes en vork in stelling breng, moet je serieus de ijskast openzetten.

Het slachtoffer werd gewogen en absoluut niet te licht bevonden, want toen ik thuis de kassabon raadpleegde, bleek die ministruisvogel schoon aan de haak zo maar eventjes 1,616 kg te wegen. Het viel dan ook niet te verbazen dat ik er € 15,27 diende voor te betalen, maar ik was desalniettemin in hoge mate verbaasd, want het was veel meer dan ik verwachtte. Ik kreeg er weliswaar een gratis slaatje bij, al was dat niet echt een pleister op de wonde.

Terwijl ik thuis de kip uitpakte, struikelde mijn oog over het plastic tasje dat er omheen zat en waarop een in precieuze schoonschriftletters gedrukte boodschap mijn aandacht trok. Ik las:

kip2

gevolgd door de firmanaam.

Het weze mij toegestaan om dit allerminst een geslaagde slogan te vinden. Het onschuldige beest is tenslotte op brutale wijze vermoord en het lijkt me ongepast om daar gewag van te maken, teneinde er munt uit te slaan. Het scheelde echt niet veel of het bericht ontnam me mijn appetijt, maar zoals ik hierboven al schreef: ik heb een gulzige, om niet te zeggen vraatzuchtige mond.

Laat je vooral niet haasten

Ik bestelde enkele boeken in een internetwinkel en kreeg twee dagen later ’s morgens een e-mailbericht van bpost, met de mededeling dat ik de levering ervan nog dezelfde dag mocht verwachten, tussen 9.00 uur en 17.00 uur om precies te zijn. Nu ja, zo precies was dat nu ook weer niet.

Ik zegde derhalve de tientallen afspraken – ahum! – voor die dag af en bleef thuis, om vol ongeduld de komst van mijn pakje te verbeiden. Dat bleef duren.

Om 15.15 uur stuurde bpost me een e-mail:

“Onze verontschuldigingen, helaas lukt het ons niet om je pakje af te leveren zoals gepland. Zodra we meer details kennen omtrent het moment van levering houden we je hier op de hoogte.”

Door hun toedoen heb ik dus een hele dag verkwanseld en mag ik eerstdaags nog een dag verkwanselen. Ik heb daar maar twee … eh … vijf woorden voor: Wel godverdomme hier en gunter! En meer heb ik daar niet over te zeggen. Of toch? Bpost, jullie zijn een bende prutsers! Hèhè, dat lucht op.