Tag: vulkanen

Mene tekels

pyroclastischestroom

Ik ben een vogel voor de kat. De engel des doods klapwiekt boven mijn hoofd … tenminste als de voortekenen niet bedriegen.

Kennen jullie het woord adumbratio en het begrip waar het voor staat? Het is een bedenksel van Carl Gustav Jung, Zwitsers psychiater, psycholoog en grondlegger van de analytische psychologie. Volgens hem werpt de onbekende nadering van de dood een anticiperende schaduw, een adumbratio, over het leven en de dromen van het slachtoffer. Daar ben ik dan mooi klaar mee, want als dat klopt, zijn mijn dagen geteld.

Het vliegtuig waarin ik me vannacht tijdens mijn droom bevond, stortte namelijk ten gronde en ik vermoed dat ik die onzachte landing niet overleefd heb, al ben dat niet helemaal zeker, want ik ben zodanig geschrokken dat ik ontwaakte nog voor we op de aardkloot terechtkwamen.
En de nacht voordien was ik in de Peruaanse stad Arequipa. Daar belandde ik met mijn terreinwagen in de verzengend hete pyroclastische wolk (850°C) die met een snelheid van meer dan 700 km/u van de vulkaan El Misti raasde. Het zal jullie duidelijk zijn dat er niet veel van me overbleef.

Ach, wie alleen leeft, sterft alleen. Ik zal vermoedelijk op roemloze wijze van de aardbodem verdwijnen, maar als ik het werkelijk op een knullige manier zou doen, willen jullie dan misschien een mooi verhaal verzinnen, over spionnen of zo?

Gesneuveld

Gisteren stijfde de wind aan tot een halve storm en als de bomen nog in blad staan, heeft dat meestal gevolgen. Een van de exemplaren die mij toebehoren is dan ook onder het geweld bezweken. Ik heb hem met veel geruis van takken en een doffe plof horen neerkomen. Nu ligt hij daar aan de rand van het bos, geveld, ontworteld, wachtend op de onverbiddelijke kettingzaag. Hij biedt een zielige aanblik, vind ik, maar ik ben nu eenmaal licht ontroerbaar en een makkelijke prooi voor een veel te groot inlevingsvermogen. Als niemand me gadeslaat, durf ik weleens een boom te knuffelen. Ik heb even met de gedachte gespeeld om een eenvoudige dodenwake voor hem te houden, maar dat zou natuurlijk belachelijk zijn. Sommige mensen vragen zich nu al af wat ik geslikt heb.

Zo’n herfststormpje is nog altijd beter dan een cycloon of een tornado. Dat zijn pas destructieve fenomenen. Het zal misschien vreemd overkomen en ik heb er ook niet direct een verklaring voor, maar ik zou nochtans dolgraag een keer zo’n tornado in het echt zien. Natuurverschijnselen boeien mij mateloos, al boezemen ze me soms ook angst in, zoals bijvoorbeeld de bliksem, of vuurspuwende bergen. Het aanschouwen van een wervelwind, vanaf een veilige plaats welteverstaan, prijkt evenwel hoog op mijn verlanglijstje.

Ik zal me straks eens op internet begeven, om uit te vogelen of er soms tornadojagers bestaan die me een keertje willen meenemen op hun barre tocht.

Als dat maar goed afloopt.

Bijna beroemd

In een verleden, toen ik nog jong en in hoge mate ontvankelijk was, las ik de nogal onverkwikkelijke wederwaardigheden van een Mexicaanse boer, die in februari 1943 een bezoek aan zijn maïsveld bracht en daar een op onverklaarbare wijze ontstane kuil aantrof. Hij begon de put op te vullen met aarde en stenen, maar opeens geiserde er met driest geweld gloeiende prut omhoog, zodat hij voor zijn leven moest rennen. Tegen de avond bereikte de nieuwbakken vulkaan al een hoogte van tien meter en nauwelijks een week later was dat al ruim honderd meter. De Paricutín ─ het kind moest een naam hebben ─ veroorzaakte grote vernielingen, verwoestte twee dorpen en kwam pas tot rust in 1952.

Deze beklijvende historie schoot me gisteren te binnen toen ik na een korte afwezigheid thuiskwam en mijn tuin betrad. Ik trof er namelijk een kuil aan waaruit rook opkringelde. Ik maakte reeds aanstalten om een horde persmuskieten en vulkanologen aller landen op te trommelen, maar toen verscheen de jongen die me af en toe wat klussen afhandig maakt en volgens zijn zeggen bezig was de wet te overtreden door wat afval te verbranden. Met een paar geduchte trappen van zijn veerponten legde hij mijn vulkaan het zwijgen op en smoorde zodoende mijn hoop op beroemdheid in de kiem.

Ten zeerste teleurgesteld vestigde ik me op het terras en zat daar te mokken als een kameel.