Tag: Vlaams

Terloopse vaststellingen

Vanmorgen om 04.06 uur is de lente begonnen.

De chips van Croky zijn veel pittiger en lekkerder dan die van Lays. Doe er jullie voordeel mee.

Als je niet oppast, komt alles op den duur voor heimwee in aanmerking.

Naarmate je levensjaren verstrijken, wordt alles minder belangrijk.

Een probleem tussen de oren los je niet op met een operatie tussen de benen.

Ik ben ondertussen helemaal klaar met het idiote wokegedoe. Ik blijf bij negers, Kerstmis, Zwarte Piet …  edm.

Het zou een conditio sine qua non moeten zijn dat alle federale ministers en staatssecretarissen zich in beide landstalen kunnen verstaanbaar maken.

Ik ben weliswaar al jaren lid van N-VA, maar die zetten volgens mij weinig of zelfs geen zoden aan de Vlaamse dijk en verwezenlijken niets, zodat ik geneigd ben om op 9 juni toch maar op Vlaams Belang te stemmen. Doe mij maar een Barbara Pas.

Het is verbazingwekkend dat zelfs heel mooie mensen het nodig vinden om hun fraaie uiterlijk te verkwanselen met tatoeages, piercings en meer van die verminkingen.

Hier spreekt men Vlaams

moedertaaldag

Ik laat me nog steeds weinig gelegen liggen aan wat men sociale media noemt en die ik als de latrine van de publieke opinie beschouw. Tegenwoordig heet dat ‘social media’, want het Nederlands schiet steeds vaker woorden te kort en de hedendaagse mens roert graag wat vermijdbaar Engels door hetgeen hij/zij zegt en schrijft. Ik dus niet. Nooit!

Bovendien lijkt men zich steeds vaker aan kakografie te bezondigen. Velen schrijven beroerd en kreupel. Vooral de dt-fouten vliegen in het rond als distelpluizen en ik stoor me daar mateloos aan. Dergelijke miskleunen vind ik even erg als valse muzieknoten en laten we wel wezen: zo moeilijk zijn die regels nu toch ook weer niet.

Ik heb net een exemplaar van de nieuwste editie, de zestiende, van de Dikke van Dale gereserveerd. Die verschijnt over een maand, op 22 maart, en kost € 179 € tot 19 april. Daarna wordt dat € 209.

Ik hoop dat men bij van Dale nu eindelijk dat verfoeilijke ‘Belgisch Nederlands’ geschrapt heeft. Het zal wel niet zeker?

Belgisch Nederlands is Vlaams. En daarmee uit!

Sul die ik ben!

Ik gaf mijn fiets opdracht halt te houden bij een aardbeienautomaat en hij gaf gewillig gehoor aan dat verzoek.

“De aangeboden aardbeien komen rechtstreeks van bij een Vlaamse teler”, verkondigde een bord in grote, onbeholpen letters.

Dat was alleszins mooi meegenomen. Ik ben zeer begaan met het welzijn van Vlaanderen en besloot derhalve over te gaan tot het kopen van zo’n bakje Vlaamse aardbeien.

Nu heb ik de ballen verstand van automaten, dus stond ik even op dat gevaarte te kijken als een uil op een kluit, want niet gehinderd door enige kennis van zaken, waarna ik de gebruiksaanwijzing van de machine raadpleegde.

“Koop geen lege vakjes!” luidde de eerste regel.
“Wie koopt er nu een leeg vakje?” mompelde ik hoofdschuddend. “Daar moet je toch een achterlijk ezelsveulen voor zijn.”

Ik las verder:
– gooi je munten in de gleuf;
– gebruik de pijltjestoetsen om het vakje met het door jou gewenste product voor het venster te brengen;
– open het venster en voorzie je van je aankoop.

Mijn munten, ten bedrage van € 4, gleden in de gleuf. Ik begon op de pijltjestoetsen te drukken, maar die bezigheid werd verstoord door een automobilist, die achter me stopte en naar de weg vroeg. Ik gaf hem tekst en uitleg, aarzelde niet om zelfs een beetje te wijzen, draaide me om en … verstrooid als ik was, sloeg ik de eerste regel van de handleiding in de wind, schoof het venstertje open en behoorde gelijk tot het ras van de achterlijke ezelsveulens, want ik kocht toch wel een leeg vakje zeker!

Ze moeten me met rust laten als ik me met een automaat bezighoud.

Alsof de duivel, of wellicht mijn engelbewaarder, ermee speelde, dwarrelde er iets verderop een biljet van € 5 over het asfalt. Zo werd het toch nog een aangename en zowaar winstgevende lentedag.

Van Dale schiet woorden tekort

Het valt niet te ontkennen dat de woordenboekmakers van Van Dale het Vlaams als een ondergeschoven kindje beschouwen. Zo weigeren ze bijvoorbeeld halsstarrig om de benaming Vlaams te gebruiken en verkiezen ze zich van de term Belgisch-Nederlands, of nu zelfs gewoon Belgisch, te bedienen. Wel, dames en heren lexicografen: ik woon niet in Belgisch- of Zuid-Nederland en ik spreek geen Belgisch, maar ik woon in Vlaanderen en ik spreek Vlaams, ja, zelfs het zo vaak geridiculiseerde West-Vlaams.

Jullie woordenboeken van het Nederlands, ook de dikste uitvoering ervan, schieten trouwens schromelijk tekort waar het woorden en uitdrukkingen betreft die we in Vlaanderen geregeld gebruiken. Zo heb ik tevergeefs gezocht naar:
– opneemsel, dat we veel vaker gebruiken dan aanwensel;
– de uitdrukking ‘de volle pot’, in de betekenis van: het volledige bedrag zonder aftrek van om het even wat;
– de uitdrukking ‘een bruine boterham gegeten hebben’, in de betekenis van: een oppepper gekregen hebben en daar tevreden mee zijn;
– de uitdrukking ‘iemand op zijn kousenvoeten horen aankomen’, in de betekenis van: doorhebben hoe iemand op slinkse wijze een doel probeert te bereiken;
– de uitdrukking ‘daar mag (kan) je mee thuiskomen’, in de betekenis van: dat is iets deugdelijks;
– de uitdrukking ‘dat is het sap (sop) van weegluizen’, in de betekenis van: heel slecht volk, crapuul;
– de uitdrukking ‘als hij in zijn hand schijt, dan wordt dat een koek’, in de betekenis van: hij heeft altijd geluk.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.