Tag: vertoon

De truken van de foor

Het mosselseizoen heeft een aanvang genomen en daar heb ik mijn fleur in, want dat wonderlijk gedierte is mijn kostje. Ik lust ze wel, die gepantserde frivoliteiten.

Meestal maak ik ze zelf klaar, zoals mijn moeder het me heeft voorgedaan, maar af en toe laat ik me verleiden om die in een restaurant te bestellen en te nuttigen. Soms valt dat mee; soms valt dat tegen.

Gisteravond zat ik aan de tapkast van de plaatselijke drenkplaats een biertje te likken, toen een heerschap zijn grote hoeveelheid kilogrammen naast me neerliet en een gesprek met me aanknoopte. Hij was behoorlijk aan de vracht, leek het me, en in de milde schemer van alcohol durft een mens er al eens wat uit te lappen, of iets aan de klokkenreep te hangen.

mosselenDe man bleek in een restaurant te werken. Hij klapte dus letterlijk uit de keuken toen hij me op samenzweerderige toon mededeelde dat men daar – en volgens zijn zeggen in de meeste eethuizen – een loopje placht te nemen met de mosselen die men aanbood. Men gooide namelijk steevast een aantal lege schelpen in de pot, waardoor de porties groter leken en men bij de klanten de verkeerde indruk wekte dat ze heel veel waar voor hun geld kregen.

Ik heb inderdaad al een paar keer vastgesteld dat ik veel meer lege schelpen aantrof dan dat er losse mosselen in het kookvocht onderaan de pot dreven. Voortaan zal ik dat nauwgezet controleren en wee het restaurant waar ik meer schelpen dan mosselen krijg. Ik zal ze aan de schandpaal nagelen.

Hoe sla je een modderfiguur?

Niet zo ver bij me vandaan ─ een fikse boogscheut moet volstaan ─ slingert er zich een brutale fietsweg doorheen het bos. In het jargon heet dat ding een mountainbikepad, maar daar doe ik niet aan mee, want jullie weten inmiddels dat ik een gloeiende siroophekel aan Engelstalige benamingen heb. Er is daar trouwens in geen velden of wegen een berg te bespeuren, laat staan een mountain. De MTB-route (MounTainBikeroute) is wel voorzien van andere geografische ongemakken, zoals bijvoorbeeld een ondiepe kuil, waarvan de zompige bodem bezaaid is met putten vol modder, tot groot jolijt van de beoefenaars van het bergfietsen ─ of zullen we het terreinfietsen noemen? ─ die graag hun kunstjes aan de wereld willen tonen.

Toen ik daar kwam, dook net een jongeman, die nogal wat wind maakte, met veel bravoure de kuil in. Hij slaagde erin heelhuids de overkant te bereiken. Zijn gezellin sloeg zijn prestatie op een afstand gade en bereidde zich vervolgens voor om hem te volgen.
“Als je in een van die putten terechtkomt,” instrueerde hij, “moet je onmiddellijk naar een lagere versnelling schakelen en trappelen, trappelen, trappelen …”
Ze nam een aanloop en suisde de kuil in. Ze kwam in zo’n put terecht, of wat hadden jullie gedacht? Ze schakelde naar een lagere versnelling. Ze trappelde en trappelde en trappelde zich ongeveer het leplazarus, maar ze bleef desalniettemin steken. Ze kapseisde voortvarend en plofte bijna statig in het slijk. Flotsj! Haar instructeur barstte uit in een lachsalvo dat men vermoedelijk op de schaal van Richter kon waarnemen, waardoor ze vierkant uit haar dak ging en in een vlaag van mooie razernij haar metgezel met handvollen modder bekogelde.    

Ik heb eveneens hartelijk gelachen, al heb ik daar wijselijk mee gewacht tot ze me niet meer kon zien of horen. Ik ben in de eerste plaats keurig netjes opgevoed en in de tweede plaats wilde ik niet het risico lopen dat ze me ook met smurrie bestookte. De hel is niets vergeleken met een vrouw die op wraak zint.

Madammen met een bontjas

FranklinObama

De televisie nam me mee naar een feestje in de Joenaaitut Steets, waar ook president Obama en zijn charmante gade acte de présence gaven. Op het podium verscheen plots een diva – de zangeres Aretha Franklin – die ingeduffeld was alsof er een nieuwe ijstijd naakte, want ze droeg een ronduit bespottelijke bontjas. Aldus opgeteljoord nam ze plaats achter een piano en ze begon een lied te kwelen. President Obama zag zich genoodzaakt een traan weg te pinken, waarschijnlijk vanwege het grote aantal onschuldige dieren die voor het vervaardigen van dat kledingstuk vermoord waren.

In deze zorgelijke tijden – niet in het minst wat het in stand houden van natuur, flora en fauna betreft – is zo’n uitmonstering stuitend, zelfs als de draagster ervan de Kween of Soul is.

Star Wars

De nieuwsredactie van de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie ─ in de wandeling VRT ─ gaat met zijn tijd mee. Daarom hebben ze in maart van dit jaar een applicatie gelanceerd, om de gebruikers van smartphones en tabletten toe te laten om het nieuws heet van de naald te volgen. Aangezien ik eveneens met mijn tijd meega, of dat toch probeer, ben ik eigenaar van zowel een AaiPhone als een AaiPad, die ik beide met deze applicatie uitgerust heb, want wie met zijn tijd wil meegaan, moet op de hoogte blijven van wat er op deze aardkloot geschiedt.

Gisterenmorgen om 10.51 uur kreeg ik dit bericht voorgeschoteld:

Straks start uitreiking Michelingids met z’n sterren.

Enkele minuten later kwam dit:

The Jane verovert twee sterren in twee jaar.

Daarna dit:

Tweede Michelinster voor The Jane.

Gevolgd door:

8 nieuwe Belgische sterrenrestaurants in Michelingids 2016.

En dan:

Hertog Jan behoudt 3 sterren.

En dan:

Ook Peter Goossens blijft op 3 sterren.

En dan:

Karmeliet neemt afscheid met 3 sterren.

En dan:

Zo’n ster is fantastisch, maar niet het belangrijkste in mijn leven.

En dan:

The Jane van Nick Bril en Sergio Herman klimt van 1 naar 2 sterren.

En dan:

Michelinsterren in kaart.

En dan:

Op zoek naar een sterrenrestaurant in uw buurt?

Het was toen 13.41 uur en ik haakte af, want ik ben hoegenaamd niet op zoek naar een sterrenrestaurant en velen met mij, omdat ons Bruintje dat niet kan trekken. De televisie overstelpt ons tegenwoordig met allerhande kookprogramma’s en alsof dat op zich niet volstaat, vindt de nieuwsredactie van de VRT het nodig om ons in een tijdspanne van nog geen drie uur 11 keer (elf!) om de oren te slaan met een artikel over die elitaire en dus onnozele Michelinsterren. Zijn dergelijke trivia werkelijk elf berichten waard?

Geachte VRT, het interesseert mij geen fluit! Doe mij maar een baancafé dat ook wel te eten schaft.

Knarsetanden

1.
De televisie nam ons mee naar Brussel, waar we op de stoep bij de Dienst Vreemdelingenzaken belandden tussen allemaal vluchtelingen die zich als asielzoeker wilden registreren.

We volgden een Afghaanse jongeman die zich voor het eerst op 13 november aangemeld had, maar er nog steeds niet in geslaagd was om binnen te raken. Hij hield nochtans een oranje oproepingsbrief voor 25 november in zijn handen, maar die werd hem klakkelings, om niet te zeggen op uitermate onbeschofte wijze, afgenomen en vervangen door een groen exemplaar voor 18 december.

Je kon de wanhoop van het gezicht van die jongen aflezen. Vanwege de NO op dat document kan hij immers tot 18 december nergens terecht, zelfs niet in de noodopvang.

Kijk, ik kan er begrip voor opbrengen dat ze gezinnen met kinderen voorrang verlenen, maar ze moeten ook niet met mensen gaan sollen … en alleenstaande mannen zijn ook mensen.

Asiel

2.
De televisie nam ons mee naar Kortrijk waar politiemannen vier donkerhuidige jongens gevloerd hadden en op onzachte wijze in de boeien sloegen, want men had ze betrapt op het stelen van een fiets. Achteraf bleek dat ze enkel bezig waren geweest het koppige slot van een van hun eigen fietsen tot betere gedachten te brengen.

De burgemeester van Kortrijk, Vincent Van Quickenborne, vond dat brutale optreden kennelijk de normaalste zaak van de wereld en absoluut geen reden om excuses aan te bieden. Ik vermoed dat hij wellicht anders zou gepiept hebben als men hem indertijd, bijvoorbeeld toen hij joints aan het opstoken was, op dezelfde manier behandeld had.

Er is de jongens onrecht aangedaan en dan is het aanbieden van excuses wel het minste wat men kan doen. Schaam je, Van Quickenborne!

Achter de rug

Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik me, naast het luistervinken, ook bezighoud met het observeren en beoordelen van zowel het menselijk uiterlijk als van de gedragingen waaraan de kostgangers der aardkloot zich overgeven. Ik heb hier al schrijfsels gewijd aan onder veel meer snuitrituelen en snotkokers, aan tics en rare aanwensels, aan kapsels en uitmonsteringen, ja, zelfs aan oorlelletjes. Hoe verzin ik het?!

Ik ben een fervent fietser en het gebeurt dus niet zelden dat ik willens nillens in het kielzog van een collega dobber. Om van de nood een deugd te maken besteed ik ruimschoots aandacht aan de manieren waarop mensen op rijwielen plaatsnemen. Sommigen prijken stijf en kaarsrecht in het zadel, alsof ze een stok ingeslikt hebben. Anderen verplaatsen zich wijdbeens, alsof ze niet op een stalen ros, maar op een struise boerenkarhengst zitten. De ene hangt schots en de andere scheef. Ik verlustig me aan parmantige konten, enorme ruiven, vette spekreten, ballonkuiten, pezige bantambeentjes … Nu ja, dat verlustigen mag je gerust met een korrel zout nemen. Een fraaie aanblik is het meestal niet.

Ik vraag me af hoe ik eruitzie als ik op mijn fiets zit. Wegens het gebrek aan ogen op mijn rug heb ik daar werkelijk geen idee van. Ik zoek dus iemand die zich door me op sleeptouw laat nemen, om me gedurende een aantal kilometer te achtervolgen en te filmen, zodat ik mezelf kan bekijken. Iemand?

Een kilo koper*

De man amuseerde zich kostelijk, dat zag je er zo aan af. Hij zal een jaar of zestig geweest zijn, schat ik, en hij hanteerde een flink uit de kluiten gewassen afstandsbediening, waarmee hij een dwerghelikoptertje in de lucht bracht en het daar allerhande kunstjes liet uitvoeren. Toen hij in de gaten kreeg dat ik hem een gadesloeg, zette hij vanzelfsprekend zijn beste beentje voor. Kijk mij eens! Het speeltje scheerde heen en weer, danste op en neer en spon zowaar van welbehagen. Nu ja, spon … het produceerde veeleer een nogal nijdig gezoem.

Op een gegeven moment kwam het hefschroefvliegtuigje mijn richting uit om me op een aantal nogal roekeloze duikvluchten te trakteren, maar toen … stortte het plots met een doodsmak neer. De gruzelementen vlogen in het rond en de schroef huppelde over de akker. Het toestelletje stuiptrekte nog even met zijn staart, slaakte een kreunend geluidje en gaf de geest.  

Gelachen dat ik heb! Je leven zo niet!

Enkele uren later zag ik een echte helikopter in een kolenveld neerstrijken. Het betrof de West-Vlaamse mug-helikopter (mobiele urgentie groep), die bijstand kwam verlenen aan de zwaargewonde inzittenden van een verongelukte auto. Toen die gedane zaken opnieuw wilde vertrekken raakte hij in de problemen. Door de luchtverplaatsing dwarrelden de netten die boven de kolen gespannen waren omhoog en ze raakten verstrikt in de schroeven, zodat de piloot wijselijk besloot om aan de grond te blijven. De dag erna had men de netten verwijderd en kon de helikopter alsnog opstijgen: een goede afloop waarvan ik een paar foto’s nam.

En zo beleeft een mens nog eens wat.

*Een kilo koper is de benaming die ik als peuter aan een helikopter gaf.

MUG

Ondertussen op het naaktstrand 18

Op een naturistenstrandje in het Spaanse Nerja lag een man te zonnebaden en zichzelf bloot te geven, tot er opeens een hond verscheen die hem aanviel en genadeloos in de geslachtsdelen beet, meer bepaald in zijn telende ballen. De verwondingen van de man waren zo ernstig dat men hem naar het ziekenhuis diende over te brengen. Van de hond ontbreekt vooralsnog elk spoor.

teelballen

De (kerst)boom in!

Ik heb dit jaar voor de eerste keer van een white christmas gedreamd. Dat gebeurde op de kerstmarkt in Brugge, waar ik eigenlijk niks verloren had, want de opsmukrage waarmee het feestgedruis van de jaarwisseling veelal gepaard gaat, vermag me niet te bezielen. Ik ben namelijk tegendraads: het gaat aan me voorbij en het raakt me niet. Ook met glühwein kun je mij niet vermurwen. Ik lust dat brouwsel niet en krijg er bovendien koppijn van. En niet te min! In Brugge kan men zich ook op een schaatsring(etje) vermeien, of per reuzenrad ten hemel stijgen, maar aangezien ik er nog steeds niet in geslaagd ben om op schaatsen overeind te blijven en last heb van hoogtevrees …

Ondertussen zitten jullie zich ongetwijfeld af te vragen waarom ik dan in vredesnaam ─ vrede op aarde aan alle mensen van goede wil ─ de schreden naar zo’n buitengebeuren richt. Wel, ik heb een vriendin en die is zo dol op kerstmarkten dat ze zich zelfs naar buitenlanden begeeft om in dergelijke samenscholingen verwikkeld te raken. Omdat ze niet over een rijbewijs en een eigen transportmiddel kan beschikken, was ze vastbesloten om, niettegenstaande een bijzonder ongelukkige dienstregeling, met het openbaar vervoer naar Brugge te reizen. In mijn hoedanigheid van vriend en barmhartige samaritaan … nu ja, jullie begrijpen het wel.     

Als ik ’s avonds door het dorp kuier, merk ik dat er al kerstbomen en andere frivole tooisels in huiskamers verschijnen. Daar kun je niet naast kijken, want de bewoners van versierde vertrekken, die zich normaliter bij het invallen van de duisternis aan het oog plegen te onttrekken, laten nu pas diep in de nacht de rolluiken neer, teneinde passanten de kans te geven om hun groothandel in snuisterijen te aanschouwen.

Zelf doe ik niet mee aan die opsierderij. Als jullie tijdens de feestdagen voorbij mijn woning komen, hoeven jullie dus niet bij me binnen te spieden, want er is te mijnent ─ hier komt ie! ─ geen bal te zien.