Tag: vertier

Zet de knop maar op lol!

kersthoofding

Al ettelijke decennia breng ik zowel de kerstdagen als de jaarwisseling in mijn eentje door. Het hele gebeuren is niet aan mij besteed en gaat vrijwel compleet aan me voorbij, maar zo heb ik het graag.

Mijn toch al schaarse vrienden ─ wie er meer dan vijf heeft, heeft er eigenlijk geen ─ nemen inmiddels niet meer de moeite om me uit te nodigen, omdat ze toch altijd nul op het rekest krijgen en zo onderhand weten dat ik het weldadig ontbreken van mensen verkies boven het opgefokte feestgedruis ─ een verschijningsvorm van de wanhoop ─ dat met het jaareinde gepaard gaat.

Weliswaar kan ik niet ontkennen dat ik in deze periode een zeldzame keer onderhevig ben aan aanvallen van weemoed, mijmerzucht en zielengriep, maar dat is allemaal van voorbijgaande aard.

Op 1 januari rest er me dan niets meer dan de weinig historische woorden ‘zo, dat hebben we ook weer gehad’ uit te spreken en neer te schrijven.

Amper drie dagen later ben ik jarig en met het verstrijken der jaren is dat ook niet direct iets waar ik naar uitkijk. Ik mag wel opschieten als ik nog een paar mooie momenten bij mekaar wil sprokkelen. Ik pleeg mijn leeftijd weg te glunderen, maar ik suis in stijgende lijn bergafwaarts. Straks ben ik te oud om nog op een geloofwaardige manier aan het begin van iets groots en meeslepends te staan.

Ach, was ik maar in de baarmoeder gebleven. Ik heb absoluut geen aardigheid in al dat gedoe.

Ik vond het een genot, hoor!

Het restaurant waar ik regelmatig aanlegde om de inwendige mens te versterken ─ ik heb er hier nog geen jaar geleden het wierookvat voor bovengehaald ─ is ter ziele gegaan. Ik heb het volstrekt niet zien aankomen en ik betreur het ten zeerste. Ik dien dus noodgedwongen op zoek te gaan naar een nieuwe pleisterplaats.

Tot nu toe heeft mijn queeste twee etablissementen opgeleverd, waar het goed toeven en aanschikken is, en waar ik derhalve wellicht vaker mes en vork in stelling zal brengen.

In het rustige polderdorp Stalhille liet ik me verleiden door het praat- en eetcafé ’t Hoekske, dat zoals de naam al doet vermoeden gelegen is op de hoek van de hoofdstraat, de Cathilleweg, en de Spanjaardstraat, rechtover de kerk. Ik verorberde er onder meer de huisbereide rijstschotel met zalm in een ‘Stalhilnoisesausje’. Dat was ongegeneerd lekker en het sausje met de rare naam was zo melodieus dat ik er bijna lyrisch van werd. Ik kan jullie het gerecht dan ook van harte aanbevelen.

In Wijnendale, aan de rand van het fameuze wandel- en fietspad Groene 62, heeft in het voormalige stationsgebouw de Tearoom-Brasserie Wijnendale Station onlangs de deuren geopend. Ik ben er verleden week neergestreken en ik heb er onder meer de scampi van het huis verorberd: een bezigheid die zeer zeker voor herhaling vatbaar is en die ik dan ook graag een aanprijzing meegeef.

In beide gelegenheden zul je een kraakzindelijk en gezellig interieur aantreffen. Je betaalt er een schappelijke prijs voor uitstekend voedsel. Het personeel bezit er het geheim om precies het juiste midden te bewaren tussen professionele afstand en menselijke warmte.

Meer moet dat volgens mij niet zijn. Allen daarheen!

Anders

Het jaar 2016 geeft er vannacht de brui aan en de intrede van 2017 zal ongetwijfeld weer gepaard gaan met het gebruikelijke feestgedruis, waaronder het zeer door mij verfoeide vuurwerk. Mijn afkeer is niet gestoeld op een persoonlijke weerzin, maar op het besef dat zowel de huisdieren, als de wilde beesten en de vogels danig in paniek raken door dergelijk spektakel. Ze zullen ooit wel eens wraak nemen.

Ik stel dus voor dat we de rotjes, de luchthuilers en de gillende keukenmeiden laten voor wat ze zijn en in plaats daarvan voor een rustiger klank-en-lichtspel zorgen. Ik zal vanavond de vlam in wat kaarsjes jagen, enkele wierookstokjes opstoken en om middernacht een paar knallende scheten laten.

Ik wens jullie een even aangename jaarwisseling. 

Wat geef je?!

SluiterkensdagDeze morgen verklapte mijn scheurkalender, De Druivelaar, dat het vandaag ‘sluiterkensdag voor moeders’ is. De meesten van jullie kunnen zich daar vermoedelijk weinig of niets bij voorstellen, maar ik keerde terug naar een verleden waarin ik nog klein en boosaardig was en iedereen die er voor mij toe deed nog leefde.

De sluiterkensdagen ─ een Vlaamse folkloristische traditie die helaas bijna verdwenen is ─ zijn de vier dagen voor het begin van de katholieke veertigdaagse vasten op Aswoensdag. De zaterdag is voor de moeders, op zondag zijn de vaders aan de beurt, op maandag de meisjes en de jongens op dinsdag. Op hun respectievelijke sluiterkensdag mag men de moeders, de vaders, de jongens of de meisjes buiten- of opsluiten. De slachtoffers dienen vervolgens hun toegang of vrijheid af te kopen door de belofte om iets te doen, of door de daders te trakteren.

Mijn ouders en ikzelf hebben altijd enthousiast aan dat gebruik deelgenomen en ik bewaar goede herinneringen aan de vaak spitsvondige manier waarop wij de slachtoffers in spe probeerden te bewegen om zich naar buiten te begeven. Mais où sont les neiges d’antan

Bij gebrek aan beter heb ik net een vriendin, die tevens moeder is, buitengesloten.
“Wat geef je?!” riep ik toen ze aan de deur rammelde.
Ze wist niet waar ze het had en dacht dat ik zo het gesticht in kon.

Het placeren van een dansje

ramboIk heb het genoegen om gedurende anderhalve week een jong Argentijns stel te huisvesten en te entertainen, zoals vermaken in verfoeilijk Nederlands heet.

Zondagmorgen tilde de zomer een prachtige dageraad uit een frivole nacht en we begaven ons per benenwagen op weg naar het autoloze Brugge. Dat lijkt op het eerste gezicht een fikse wandeling, maar dat is het eigenlijk niet, want ik woon op een boogscheut van deze fraaie stad, zij het een boogscheut van een zeer gedegen schutter, zoals bijvoorbeeld Willem Tell of John Rambo. We waren lang niet de enigen die Brugge met een bezoek vereerden.

Op de Burg beleefden we al meteen een kippenvelmoment, want daar gaf de vijftigkoppige British Military Band ─ gewis een kapel uit een hogere prijscategorie ─ een buitengewoon stemmig muziekstuk ten beste, waaraan ook enkele doedelzakken deelnamen. Normaliter verdraag ik slecht het spotzieke gejengel van dat instrument, maar wat ik daar hoorde, was werkelijk uit de kunst en we werden er met zijn allen helemaal stil van.

Op de Markt greep er een Zumba Workout plaats. Een grote groep danslustigen had zich verzameld onder een podium, waarvandaan sportgoeroe Steve Boedt instructies de wereld instuurde en zelf het goede voorbeeld gaf. Sommigen gedroegen zich alsof ze in koeienflatsen trapten, anderen waren bezig panisch kakkerlakken onder hun voetzool te vermorzelen en nog anderen moesten nodig, maar alle wc’s waren blijkbaar bezet. Ik pleeg nooit aan dergelijke esbattementen deel te nemen, want me belachelijk maken is wel het laatste wat ik wens, maar als ik in gezelschap ben en indruk wil maken durf ik me weleens laten meeslepen. Ik danste als een spin op een hete kookplaat en ik mag van harte hopen dat internet me eerlang niet met deze wanprestatie zal confronteren, want ik wil de mensen niet te eten geven die zich daar met filmen en fotograferen onledig hielden. YouTube is nooit veraf.

Niet veel later kwamen we op het Simon Stevinplein, waar de authentieke Argentijnse tango ─ die in niets te vergelijken is met hetgeen men er hier van terechtbrengt ─ hoogtij vierde. In onze hoedanigheid van twee volle en een halve Argentijn was dat natuurlijk spekje naar ons bekje. We deden hop met de beentjes en we hebben ze daar een poepje laten ruiken.

Over ruiken gesproken … Als er een verleiding is waaraan ik niet kan weerstaan, dan zijn dat de eigenwijs lekkere, weergaloze wafels van een kraam. Die bedwelmende geur alleen al! Ik heb er twee achter de knopen gestoken en ik moest me werkelijk inhouden of ik verorberde er drie, maar dat mag niet van de dokter.

Ruggensteuntjes en opkontjes

We schrijven november en de jaarlijkse processie van bedelaars en schooiers heeft een aanvang genomen. Gisteren, zaterdag, kreeg ik achtereenvolgens vertegenwoordigers van de volgende verenigingen over de vloer:

– het plaatselijke majorettekorps met suikerwafels, kostende € 7
– de plaatselijke chiro met chocoladetruffels, kostende € 8,5
– de brandweer met een steunlidkaart en een kalender, kostende € 10
– de plaatselijke voetbalclub met artisanale pannenkoeken, kostende € 7

Men beweert dat een stapje in de wereld zetten – wat Vlaams is voor uitgaan – een dure zaak is, maar volgens mij zit je op hogere lasten als je braafjes thuisblijft.