Tag: politie

Waar de lemuren gluren

Miasma … Kennen jullie dat woord? Zo noemde men eertijds de van rottende vegetatie afkomstige schadelijke of giftige dampen, die uit moerassen opstegen en ziekten teweegbrachten bij mens en dier. Tegenwoordig staat het ook voor de dramatische sfeer en het daarmee gepaard gaande onheilspellende voorgevoel dat men krijgt als de plek waar men zich bevindt gevaar uitwasemt.

Het miasma wervelde bijna tastbaar om me heen toen ik de auto benaderde, die al sinds gisterenmiddag op een pad in de buurt van mijn woning staat en daar enigszins de doorgang verspert. Zoals jullie wellicht al weten, houd ik hoofdkwartier in een bos en het gebeurt dus wel vaker dat voertuigen zich tussen de bomen verschuilen, omdat de inzittenden ervan aan mekaar willen tengelen, om van de rest nog te zwijgen. Dat zijn door de bank genomen bezigheden van tamelijk korte duur, die volgens mij slechts in uiterst zeldzame gevallen een heel etmaal in beslag nemen, dus werd dat oponthoud door iets anders veroorzaakt.

Bossen en wouden oefenen een sterke aantrekking uit op luiden die het daglicht schuwen, of zich willen overgeven aan echte verdorvenheid, zoals bijvoorbeeld het liquideren van hinderlijke elementen. Ik bereidde me voor op de confrontatie met een gorgonisch tafereel: kogelgaten, een gekloofde schedel met uitstulpende hersenkwabben, versplinterde botten die uit gapende wonden priemen, de bloederige brij van in flarden gescheurd vlees, lillende darmen … Tot mijn grote opluchting bleek de auto leeg te zijn. Wel zag ik voetstappen in de sneeuw, die zich naar de rand van het pad begaven en daar tussen de bomen verdwenen, maar ik waagde me niet dieper het bos in, teneinde de eventuele confrontatie met een aan een tak bungelend lichaam te vermijden.

Ik heb de politie gebeld.

Ik heb het niet gedaan!

Als ik vanmorgen om een uur of acht doodgemoedereerd naar de bakker wandel, hoor ik plots het gekrijs van remmen en het gejammer van rubber op asfalt. Ik ben gelijk omsingeld door vier politievoertuigen van het type combi, waaruit een achttal agenten en agentinnen tuimelen, die met kogelvrije vesten getooid zijn en met vervaarlijke schiettuigen zwaaien.

Angst grijpt me met een koude klauw in de nek. Ik sta me ongeveer te bezeiken en het loopt me bijna dun door de broek. Vol overgave steek ik mijn handen omhoog. Dan roep een van de agentinnen:
─”Maak dat je wegkomt!”

Terwijl de agenten en agentinnen zich schreeuwend op een woning storten en luidkeels op de deur bonken, zet ik er de sokken in alsof een pitbull me achternazit. Ik sla een hoek om en hoewel men mijn reet ongetwijfeld als doppenwipper vermag te gebruiken, kan ik het niet laten om daarvandaan van het verdere verloop van de gebeurtenissen gade te slaan.

De agenten en agentinnen dringen het huis binnen. Vijf minuten later duiken ze opnieuw op, samen met twee in de boeien geklonken jongemannen. De schiettuigen hebben ze inmiddels in de holsters opgeborgen en ze ontdoen zich van de beschermende vesten. De voertuigen vertrekken en de rust keert terug.

Men zegt van het dorp waar ik woon dat men er een kogel door de straat kan schieten. Vanmorgen gebeurde dat bijna echt.

Spannend!