Tag: muggenziften

Eentje voor de zondag ─ 7

Zoals ik gisteren meldde, kreeg ik telefonisch het speelse verwijt ‘gie vroede gorre’ te horen en daar zou ik vandaag even op terugkeren, ten behoeve van degenen die niet met het West-Vlaamse dialect vertrouwd zijn. Magda gaf het al aan in haar commentaar: vroed = gulzig, schrokkerig, inhalig. Een gorre is een neus, soms ook een mond en bij uitbreiding staat het voor de persoon die eigenaar is van die neus/mond. ‘Gie vroede gorre’ zou je dus kunnen vertalen in “jij met je gulzige muil’.

Het Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen (KVLV) heeft een nieuw kookboek uitgebracht: Van aardappelschil tot wortelloof – No waste cooking. Kijk, daar krijg ik het van op mijn teringtietjes … en niet te min! No waste cooking … is die Engelse bijtitel nu echt nodig? Wat is er fout met koken zonder afval, of koken zonder verspilling? Het meesterwerk kost € 14,95, maar ik zal er alleszins geen geld aan verspillen en ik raad jullie aan om er ook geen money aan te wasten. Dat zal ze leren.

Ik zag een reclamefilmpje voor de nieuwe variant van Coca-Cola, met name Coca-Cola life. Het drankje zou 33% minder suiker bevatten dan zijn originele soortgenoot, want volgens de slogan is het ‘gezoet met ingrediënten van natuurlijke oorsprong’. Tiens, is suiker geen ingrediënt van natuurlijke oorsprong dan? Ik dacht nochtans dat men die uit riet en bieten puurde.

Pietje-precies

Ik ben klant bij Telenet voor internet, vaste telefonie, digitale televisie en mobiele diensten. Dat is een hele verzameling snufjes en het zal dan ook niemand verbazen dat er af en toe eens iets in de soep draait. Dat was bij mij het geval en ik diende een beroep te doen op een van hun techneuten om alles weer in zijn fatsoen te brengen. Volgens de afspraak mocht ik hem vanmorgen tussen 8 en 13 uur verwachten.

Rond de klok van negen kreeg ik een sms-berichtje van Telenet: De tussenkomst van de technicus zal vermoedelijk om 11.27 uur plaatsvinden. Dat vond ik kwant van dat bedrijf. Ieder normaal mens zou in voorkomend geval van 11.30 uur gewagen, maar Telenet ging kennelijk secuurder te werk.

De tussenkomst vond plaats om 10 uur, 48 minuten en 28 seconden. Foei, Telenet! Van stiptheid hebben jullie blijkbaar geen kaas gegeten. Ik ben daaromtrent zeer mistevreden.

Kruimelarij

Ik kan ondertussen al behoorlijk uit de voeten … eh … handen met mijn nieuwe iPad al is dat geen sinecure als je, zoals ik, een volslagen leek bent op het gebied van tabletten en als gebruiker van Windows niet de minste ervaring hebt met een besturingssysteem van Apple. Ik moet in dit verband toch even een opmerking kwijt.

De iPad zit verpakt in een nogal chique witte doos. Als je die haast knappend van de voorpret openmaakt, stuit je op een bijna nog chiquer wit envelopje, waarin zich informatie over iPad ophoudt. Nu ja, informatie … Het is niet meer dan een schamel velletje papier met deze mededeling:

iPad-gebruikershandleiding
Raadpleeg de gebruikershandleiding voordat u de iPad in gebruik neemt. Ga naar help.apple.com/ipad. U kunt de gebruikershandleiding ook op de iPad bekijken via de bladwijzer in Safari of downloaden in de iBooks Store (indien beschikbaar). Bewaar deze documentatie als naslagwerk.

iPad

Je moet dus de gebruikershandleiding raadplegen voor je de iPad in gebruik neemt. Dat is allemaal goed en wel, maar voor die gebruikershandleiding moet je internet op en dat lukt niet als je niet eens weet hoe je je iPad moet wekken. Ik heb de hulp van mijn ouwe getrouwe pc moeten inroepen om naar die handleiding te reizen. Kijk, als je 700 euro neertelt voor een weliswaar ingenieus machientje, mogen ze van mij toch een boekwerkje met basisinstructies in dat doosje stoppen.

Of is dat te veel gevraagd?

Even afblazen

Ik ben in een humeur dat me naar een drankhol kan drijven. Hoe dat zo komt? Wel, ik heb mijn jaarlijkse afrekening voor gas en elektriciteit gekregen en ik ben niet bepaald in mijn nopjes met het bedrag dat ik moet betalen. Ik heb de indruk dat men me niet enkel de verbruikte energie aanrekent, maar dat ik in een moment van onoplettendheid en dus zonder het te beseffen een kerncentrale heb gekocht.

Ook ben ik niet onverdeeld gelukkig met de gang van zaken tijdens het boodschappen lopen. Ik pleeg hier af en toe de loftrompet te steken over en met het wierookvat te zwaaien voor de supermarkten van Colruyt, maar vanmorgen stuitte ik er toch op een aantal dingen die me behoorlijk irriteerden.
– Als je er voor negen uur arriveert, zijn de rekken van de slagerij nog grotendeels leeg.
– Ook in de andere afdelingen ontbraken nogal wat artikelen die ik op mijn lijst had vermeld. In deze digitale tijden moet het toch mogelijk zijn om dergelijke hiaten te voorkomen, denk ik zo.
– Bovendien heeft Colruyt de uitermate vervelende neiging om koopwaar van plaats te veranderen. Dat is niet alleen lastig omdat het winkelen op die manier in een soort speurtocht verandert, maar in mijn geval moet ik ook iedere keer de herschikking op mijn computer doorvoeren. Ik beschik namelijk over een uitermate handig programma waarmee ik mijn boodschappenlijst aanmaak en dat zo ingericht is dat het nauwgezet mijn rondgang in de supermarkt volgt. Als ze hun inboedel verhuizen moet ik telkens met de posten gaan schuiven en ik heb wel wat beters te doen.
– De rekken zijn vaak te hoog voor mijn persoontje van slechts 170 cm lengte. Ik moet regelmatig op zoek naar zo’n oranje opstapje of me op een aluminium ladder wagen. Wie mij kent, weet dat dit ooit faliekant moet aflopen.
– Ik heb een gruwelijke hekel aan die zwiepende plastic flappen waar je doorheen moet als je de koelafdeling wilt betreden of verlaten. Als ik in aanraking met die vieze lellen kom, begin ik steevast te kippenvellen.

Zo, dat wou ik eens gezegd hebben. Hèhè, dat lucht op!

Miskoop

Nike

Enkele weken geleden heb ik bij Nike wandelschoenen gekocht. Zij noemen het skateschoenen, om vooralsnog onnaspeurbare redenen. Ik heb er geen idee van aan welke normen een schoen eigenlijk moet voldoen om een skateschoen te zijn. Volgens internet zijn skateschoenen perfect te combineren met jeans en shirts, maar kunnen ze ook prima gedragen worden in combinatie met een overhemd, waardoor ze een interessant contrast tussen casual en netjes vormen.  Kijk an!

Ik gebruik ze ook niet om te skaten. Wat hadden jullie gedacht? Ik versta namelijk de kunst niet om overeind te blijven op wat voor schaatsen dan ook. Ik trek ze aan om te wandelen, te keutelen, te slenteren en te kuieren en aanvankelijk was ik heel blij met die stappers. Ze zijn licht en toch stevig en ze lopen buitengewoon lekker, maar er is helaas een maar bij. De zolen ervan zijn op delicate wijze geribd en daardoor hebben die de neiging om allerhande onbenulligheden, zoals bijvoorbeeld steentjes, te verzamelen en niet meer los te laten.

Kom ik thuis van een verkwikkende wandeling en dan slaakt zo’n steentje een ijselijke kreet op een plavuis van het terras, als was het een vingernagel op een schoolbord. Daar gaan je ballen krom van staan hoor, in de veronderstelling natuurlijk dat je een man bent. Wat er op zo’n moment bij vrouwen gebeurt, weet ik niet, maar ik houd me aanbevolen voor tekst en uitleg. Soms vergeet ik ook mijn schoenen uit te trekken voor ik mijn woning betreed. Dan loop ik een geredelijke kans om met die parasietjes onherstelbare schade toe te brengen aan de parketvloer.

Kom ik thuis van een verkwikkende wandeling en zit ik op het terras die ribbels van mijn skateschoenen te flossen, zij het niet met tandzijde, maar met behulp van een schroevendraaier. Dat kan toch niet de bedoeling zijn, wel?

Het kan vriezen en het kan dooien

peggydemeyerAangezien Sabine Hagedoren aan een ziekte laboreerde en haar collega, Frank Deboosere, zich in Noorse fjorden vermeide, diende de VRT voor het weerbericht een oudgediende van stal te halen of, om het wat eerbiediger uit te drukken, onder de mottenballen vandaan te pulken

Toen Peggy De Meyer op het scherm verscheen, was ze voorzien van een panoramische halsuitsnijding, waarin men met een smak omlaag kon storten als men even niet oplette. Ook had ze een zeer verstandige bril op de neus gezet en beheerde ze een niet gering aantal ringen. Aldus opgetuigd waagde ze zich aan enkele niet bepaald gunstige voorspellingen, gelardeerd met klinkklare nonsens zoals:

“Uit die felle buien en uit die regen kan neerslag vallen.”

Toen ik op de schoolbanken zat, bracht men zowel buien als regen onder de noemer neerslag, maar ik ben geen journalist natuurlijk en ik heb ook geen geografie gestudeerd.

Een haar in de boter

Vanmorgen moest ik opeens aan Frank Deboosere denken: de weerman van de VRT. In het nette natuurlijk. Ik vind hem best wel een aardige man, daar niet van, maar hij doet mijn hart niet opzingen, laat staan dat hij allesverzengende hartstocht bij me los zou weken. Ik poep niet in mijn broek als ik hem zie en ik klap ook niet in mekaar als een strandstoel.

Ik vroeg me gewoon af waar hij, of in voorkomend geval zijn echtgenote, de boter bewaart. Die van mij berg ik op in de koelkast en als ik die ’s morgens opdiep, om er een croissant, een broodje of een gewone boterham mee te verwennen, is die zo hard als een kei, zodat ik die per microgolfoven tot betere gedachten, in casu smeerbare consistentie moet brengen, hetgeen te mijnent nogal eens en in een echte kliederboel resulteert, want boter kan op dat gebied echt niet veel hebben. In het huishouden van Frank is dat kennelijk niet het geval, want in zijn weerpraatje heeft hij het geregeld over boterzachte temperaturen.

Die vergelijking klopt overigens van geen kanten. Frank ─ die in 1997 de eerste Wablieft-prijs in de wacht sleepte, vanwege de ‘klare taal’ die hij onder meer tijdens zijn weerpraatje gebruikte ─ haspelt de tastbare (weke, malse) en de figuurlijke (milde, weldadige) zachtheid door elkaar. Temperaturen zijn niet stoffelijk en kunnen dus net zo min boterzacht zijn als boter mild kan zijn.

Het is hem vergeven, zolang hij ons maar heerlijk lenteweer met boterzachte temperaturen voorspelt.

Op trap?

We zijn niet meer in het holst van de winter en eigenlijk ook niet meer in het holler ervan, maar beslist nog in het hol. Desalniettemin beleefden we gisteren zelfs de warmste negende maart aller tijden, of toch zeker sinds we met het bijhouden van metingen begonnen, hetgeen in 1833 gebeurde als ik goed ben ingelicht. Het kon haast niet anders of er moest daar een fietstocht van komen. Hetgeen geschiedde. Ik ging … Tja, als je te voet eropuit trekt, ga je op stap, maar wat doe je eigenlijk als je dat met de fiets doet? Ga je dan … op trap?

fietssluisIk heb een mooie trip van wel tachtig kilometer gemaakt, maar Uilenvlucht zou Uilenvlucht niet zijn als ik daar niet wat kanttekeningen bij zou maken. In de eerste plaats wil ik wat op de zogeheten fietssluizen foeteren. Jullie kennen ze wel, die geschrankte afsluitingen van hout of metaal, die de doortocht van auto’s moeten verhinderen. Dat zijn volgens mij ronduit gevaarlijke constructies. Wie die bedacht en/of ontworpen heeft, zal zich waarschijnlijk nooit met een fiets verplaatsen. Je moet kronkelen als een aal in doodsnood om er ongeschonden doorheen te komen. Vermoedelijk beschik ik niet over die behendigheid. Ik merk bovendien dat ik na mijn fietsongeval van zeven maanden geleden nog steeds niet helemaal zeker van mijn stuk ben.

Ik heb hier al vaker mijn bezorgdheid geuit omtrent het zwerfvuil dat zich langs stoepranden en in bermen ophoudt. Ik heb het over blikjes, brickverpakkingen, petflessen en hun glazen soortgenoten, kartonnen dozen en plastic zakken met onbekende inhoud … En drollen natuurlijk! Het wordt er volgens mij niet beter op. Wel integendeel! Kijk, we beschikken in ons land over een legertje steuntrekkers, die op kosten van de gemeenschap leven. Als ik het voor het zeggen had, zouden de werklozen, leefloners en asielzoekers – verondersteld natuurlijk dat ze er fysiek toe in staat zijn – de hort op moeten om die rommel op te ruimen.

Het was niet alles een kommer en een kwel natuurlijk. In het elegante dorp Leffinge peddelde ik door een straat die zich op feeërieke wijze opgetut had met juichend gele trompetnarcissen en een bonte mix van krokussen.  Ik waande me in een sprookjesboek.

En langs de weg van Oostende naar Torhout ontdekte ik zowaar een spiksplinternieuw fietspad dat ik, nieuwsgierig als ik ben, vanzelfsprekend moest verkennen. Hieronder kunnen jullie zien wat er toen gebeurde:

fietspad2

Geen enkel signaal of waarschuwingsbord kondigde het naderende onheil aan. Een mens mag zich toch heus niet voorstellen dat je daar in een maanloze nacht vrolijk komt aangefietst en holderdebolder krak boem patat de diepte induikelt. Het kan dagen duren voor men je vindt!

Re(d)actie

fitness“Belg is zich bewust van belang van gezonde levensstijl”, luidde een kop op de website van de VRT nieuwsredactie.

Inderdaad. We begeven ons per auto naar een fitnesscentrum, om daar op een statische fiets te klimmen.

Wat vinden jullie trouwens van de laatste zin van onderstaand gewrochtje dat ik gisteren op dezelfde website aantrof?

kerstbestand

De soldaten legde de wapens … de hemel weet waar.
Ze weten daar van wanten op die redactie.

En dan heb ik nog met geen woord gerept over de verslaggever van dezelfde VRT die me tijdens een tenniswedstrijd het volgende probeerde wijs te maken. 

Hij slaat services van ongeveer 210 km/uur. Dat geeft zijn tegenstanders ongeveer een halve minuut om te reageren.

Een halve minuut? Ik wil het niet beter weten dan een ander, maar hoe groot is een tennisveld eigenlijk?