Tag: muggenziften

Niet te filmen!

Ik ben allerminst een fervent televisiekijker ─ ik heb meestal wel wat anders te doen ─ maar desalniettemin laat ik me af en toe verleiden tot het aanschouwen van een film, waarin James Bonden van diverse pluimage hun duivels ontbinden, of van een aflevering van een serie, waarin moord en misdaad hoogtij vieren, zoals daar onder veel meer zijn CSI, NCIS, Criminal Minds, Flikken en Bones.

Over die James Bonden gesproken: ik heb toch wat bedenkingen en vragen bij dat heerschap. Die gozer duikt nogal enthousiast in de drank en je kunt die als het ware uit zijn gezicht tappen, maar niettegenstaande dat schrikbarend alcoholgebruik blijft hij de weg weten in samengestelde zinnen. Hij nuttigt af en toe wat kaviaar, of een oester, wat hij vrijwel altijd in het gezelschap van een opgeviste schoonheid doet, maar heeft iemand van jullie hem ooit een maaltijd zien verorberen die aan de ribben plakt? Ik alleszins niet. Die man stowt vrijwel niets in zijn voerklep en kluift zo te zien voortdurend op zijn vingers, al vermoed ik dat hij zich tussen de opnames door wel aan ─ hoe heet zo’n ding? ─ een Big Mac durft te verlustigen.

Wat die misdaadseries betreft: de dames en heren die zich met onverkwikkelijke criminaliteiten onledig houden en de plaatsen van het misdrijf onderzoeken, doen dat vrijwel altijd met behulp van staaflantaarns. Het is mij een raadsel waarom ze nooit gewoon het licht aanknippen, hetgeen volgens mij de zaken in niet geringe mate zou vereenvoudigen. Nee, ze blijven daar met zo’n onnozel lampje klungelen.

Ach, als ik het voor het zeggen had … maar dat heb ik niet. En misschien is dat maar goed ook. Ik word met de dag een knorriger brompot.

Kleingeestige bemoeiallen

Ik heb me ooit als Sinterklaas vermomd en mijn Zwarte Piet heette weliswaar Geert, maar hij was zwart.

Sint21

Een paar uur later zag de kindervriend er al heel wat minder florissant uit, om niet te zeggen compleet verfomfaaid. Over de daken hossen gaat ook een goedheilig man niet in de koude kleren zitten.

Sint221

Vanavond speel ik opnieuw Sinterklaas en mijn Zwarte Piet zal David heten, maar nog steeds helemaal zwart zijn, zo zwart als roet.
En daar blijven ze met hun tengels af! Begrepen?!

Den goedgunstigen lezer, heil!

Als verwoed lezer geef ik nog altijd de voorkeur aan echte boeken, de papieren druksels, zelfs nadat ik zo’n acht jaar geleden een e-reader van Sony in de schoot geworpen kreeg, omdat ik vrij nauwkeurig het aantal deelnemers aan een prijsvraag ingeschat had.

Na een bezoek aan de röntgenafdeling van een ziekenhuis liet dat het toestelletje het evenwel afweten, wellicht omdat het door de stralingen helemaal in de war raakte en alles door mekaar hutselde, zoals vermeld in mijn schrijfsel Vreugde met een dompertje dat ik op 21 september 2013 aan deze gebeurtenis wijdde.

Omdat ik tegenwoordig vaak uithuizig ben en meer dan me lief is wachttijden moet trotseren, leek het me handig om toch maar weer zo’n draagbare bibliotheek bij de hand te hebben, teneinde me geen hernia te zeulen aan gewichtige boeken. Ik koos een lezer van Kobo.

Jullie zullen me niet horen beweren dat ik opgetogen ben over mijn aanwinst. Mijn ongenoegen geldt niet zozeer het apparaat zelf, maar wel de weergave van de boeken die ik bij Kobo aangekocht heb. Die vertonen namelijk een potpourri aan tekortkomingen, zoals daar zijn ontbrekende bladzijden, foutieve splitsingen, mankerende spaties, krakkemikkige interpunctie …

Door dat alles lezen die boeken niet lekker en in mijn hoedanigheid van perfectionist omtrent teksten, zit ik me daar zo omstandig, ja zelfs buitensporig aan te ergeren dat het niet mooi meer is.

Wat mij betreft, is Kobo allerminst een aanbeveling. Ach, was ik maar in de moederschoot gebleven.

Wat ik me afvraag

Ik viste een strooibiljet uit de brievenbus, afkomstig van een familiebedrijfje, dat op het marktplein van mijn dorp onder meer aan het spit geroosterde kippen placht te slijten, maar zich door de coronastrubbelingen genoodzaakt zag die werkzaamheden te onderbreken.

Nu wagen ze zich aan een nieuwe start en dat zullen we geweten hebben. Ze willen me graag terugzien bij hun kraam en opdat ik gevolg zou geven aan die uitnodiging proberen ze me te verleiden met de belofte dat ze me bij mijn eerste bezoek een gratis geschenk zullen overhandigen.

Ik ben uitermate gevoelig voor geschenken, vooral als die gratis zijn, maar anderzijds leg ik graag zout op slakken, dus zit ik me nu af te vragen of er ook geschenken bestaan die niet gratis zijn. Ik denk het niet.

geschenk

‘t Was niet oké in de Okay

Ter gelegenheid van mijn verjaardag ─ hiep, hiep, hoera! ─ kreeg ik van vrienden een cadeaubon, waarmee ik in alle supermarkten van Okay goederen kon verwerven ten bedrage van zo maar eventjes honderd euro.

O, wat was ik blij!

Tijdens een van mijn omzwervingen kreeg ik zo’n etablissement van Okay in het vizier, dus begaf ik me daar naar binnen en vulde mijn karretje met allemaal dingen die ik eigenlijk nauwelijks en soms zelfs volstrekt niet nodig had, maar als het gratis is …

Gewapend met mijn bon meldde ik me bij de kassa aan.
─”Oei!” schrok de dame die daar de dienst uitmaakte. “Dat zal vandaag niet lukken. Het systeem werkt niet.”
Daar stond ik dan. Mijn andere betaalmiddelen bevonden zich immers in mijn auto op de parkeerplaats.

O, wat was ik boos.

Ik kan me dusdanig opwinden over systemen die niet werken, dat ik buiten iedere verhouding in woede ontsteek en compleet onredelijk reageer. Ik zei evenwel geen woord, haalde enkel de schouders op, schudde het hoofd, liet mijn winkelkar achter en peesde met opgestreken kuif naar buiten. Mijn systeem werkte ook niet, of toch niet naar behoren, want ik vertikte het om me te voorzien van bankbiljetten, bank- of kredietkaarten en terug te keren. In plaats daarvan begaf ik me met bekwame spoed naar een andere supermarkt.

Mijn reactie was ongetwijfeld overdreven … maar anders leren ze ’t nooit.

Een half dozijn (zure) oprispingen

Ik heb me tegen beter weten in toch maar een agenda voor 2020 aangeschaft. Je bent een optimist, of je bent het niet … en ik ben het.

Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat scooters heel vaak bereden worden door zowel vrouwelijke als mannelijke kamerolifanten met enorme ruiven.

Ik bezocht onlangs een van de talloze rommelmarkten en het viel me op dat men de meeste bezoekers van zo’n evenement ook beter bij de kraak zou zetten.

Ik ben er steeds stelliger van overtuigd dat we beter af zouden zijn zonder de Europese Unie.

Er zijn van die mensen die je beginnen te volgen op Twitter, om je dan meteen te ontvolgen zodra jij ze volgt.

Belgische politiek: de kiezer heeft gesproken en de kiezer heeft altijd gelijk, maar we zullen er niet naar luisteren.

Goedkoop, jawel, maar niet perfect

Sinds jaar en dag ben ik een geregelde en vrij tevreden klant bij Colruyt. Ik laat er iedere maand zo’n drie- à vierhonderd euro, al krijg ik daar natuurlijk leeftocht voor in de plaats.

Als ik hierboven mijn waardering als ‘vrij tevreden’ omschrijf, maak ik inderdaad enig voorbehoud. Dat komt door enkele minpunten, die enigszins mijn winkelvreugde temperen.

Het gebeurt namelijk steeds vaker dat favoriete producten van me onaangekondigd uit het aanbod verdwijnen, om nooit meer terug te keren. Zo kocht ik al ettelijke jaren en iedere maand miniworstjes van Cabanossi, maar die zijn al maanden nergens meer te bespeuren, net als de boter Les Prés uit de Camargue en de profiteroles met room van Boni … om van de rest nog te zwijgen.

Bovendien heeft Colruyt de toch wel ergerlijke neiging om de indeling van hun winkels te wijzigen en artikelen op een andere plaats onder te brengen, waardoor ik soms een heuse speurtocht moet ondernemen om te vinden wat ik wens. Daar heb ik, en veel anderen met mij, een gloeiende siroophekel aan en laten we wel wezen: ik heb wel wat nuttigers te doen.

Ook weigeren ze halsstarrig om soms gerenommeerde streekproducten in hun gamma op te nemen. Ik heb ze bijvoorbeeld al herhaaldelijk gevraagd om de weergaloze mosterd van Wostyn – die men op nauwelijks een paar kilometer van de supermarkt vervaardigt – aan te bieden, maar daar hebben ze blijkbaar geen oren naar. Ik zie me derhalve genoodzaakt om voor die mosterd een andere supermarkt op te zoeken, waar ik dan vanzelfsprekend ook honderden euro’s aan andere producten spendeer. Het zal ze leren!

Een paar maanden geleden viel hun tweewekelijkse folder opeens niet meer in mijn brievenbus. Ik liet ze dat per e-mail weten en kreeg per kerende antwoord van hun klantendienst, zij het in nogal krakkemikkig Nederlands:

… Bedankt voor u (sic) mail. Ik heb naar aanleiding hiervan u (sic) profiel bekeken in onze database. Het kan wel degelijk kloppen dat u de folders niet ontvangen hebt …
En tralala en reldeldel en we zullen dat in orde brengen.

Ze vermelden echter niet hoe en waarom ik plots uit die database gedonderd ben en dat is net wat ik graag wil weten.

Spannend!

Nu doen ze ‘t weer!

Anderhalve maand geleden verscheen hier het schrijfsel: Als het niet goed is, zeg ik het ook. Daarin uitte ik mijn ongenoegen over een nogal onnozele, want in mijn geval contraproductieve reclamestunt van het weekblad Humo.

Verleden week viel er een verse Humo bij me in de bus en nu doen ze het weer. Ik mag een krulstaart krijgen als het niet waar is. Ze geven hun lezers een blikje energiedrank cadeau, maar je moet het ding wel zelf afhalen. In mijn geval zou ik me dus opnieuw vijftien kilometer moeten verplaatsen om het in mijn bezit te krijgen. Ja, ik ben daar gekke Gerrit op een houtvlot!

Als Humo probeert de duivel in me wakker te maken, zijn ze goed bezig. Ik zeg gegarandeerd mijn abonnement op als ze me nog een keer zoiets lappen. En aan dat energiedrankje zal ik dus nooit een bek zetten. Ik heb me laten vertellen dat het een beetje naar smaakt, en dat het in je maag blijft staan, en dat je er gemarineerde oprispingen van krijgt …

nalu

Als het niet goed is, zeg ik het ook

Wie verleden week Humo kocht, of zoals ik wegens abonnement zijn exemplaar in de brievenbus ontving, kreeg daar gratis en voor niks een flesje bier bij.

Nu ja, krijgen is niet het correcte woord, want je moet het presentje zelf afhalen. In mijn geval zou ik me kilometers moeten verplaatsen om het onnozele flesje bier in mijn bezit te krijgen. Ammenooitniet! Ik zal me daar een beetje op kosten laten jagen en er liters benzine voor verstoken. Ik ben me daar een haartje betoeterd! Voor hetzelfde geld kan ik wellicht een krat met vierentwintig flesjes bier kopen.

Dergelijke reclamestunts irriteren me behoorlijk en hebben op mij een averechts effect. Het zal nog eens zo gaan dat ik uit pure ergernis mijn abonnement bij Humo opzeg en heil zoek bij een ander weekblad. Ook dat bier, waarvan ik uit ongenoegen hardnekkig weiger het merk te vermelden, komt bij mij het huis niet in. Nooit ofte nimmer!

Dat zal ze leren!