Verspreking

Ik was gisteren in een bedrijf en terwijl ik daar aan het telefoneren was, kwam er zo’n kleingebleven man naar me toe. Ik schroom de benaming dwerg of lilliputter te gebruiken, want mensen zijn vandaag de dag bijzonder lichtgeraakt en ik wil niemand voor het hoofd stoten.

Dat heerschapje probeerde op bijzonder ongeduldige en dus storende wijze de aandacht op zich te vestigen en me aan te spreken. Ik gebaarde dat hij even moest wachten, maar hij bleef aandringen en toen zei ik:
─”Een klein meneertje, moment!”

Ik bedoelde vanzelfsprekend ‘een klein momentje, meneer’, maar ik versprak me op een wel zeer ongelukkige manier. Hij maakte zich nog behoorlijk boos ook.

The Author