Sesam open u!

Gisteren was ik dus jarig ─ een heuglijke gebeurtenis die ik recht evenredig met het verstrijken der jaren wat minder heuglijk lijk te vinden ─ en ’s middags kreeg ik onaangekondigd bezoek van een vriend, die me blijkbaar de moeite van een persoonlijke gelukwens waard vond.

Ik heb hem hier al vaker opgevoerd, maar ik heb denkelijk nooit verklapt dat hij van beroep brandkastkraker is … in het nette natuurlijk. Dat beweert hij althans. Mocht hij bij nacht en ontij op strooptocht gaat om kluizen leeg te roven, dan zou hij dat waarschijnlijk niet aan mijn gok hangen. Nee, volgens zijn zeggen beperkt zijn activiteit zich uitsluitend tot het uit de brand en in de brandkast helpen van mensen die dat door een defect of een onachtzaamheid niet meer kunnen.

Aangezien ik een beetje als een kluizenaar leef, beschik ik vanzelfsprekend over een kluis, waarmee ik niet mijn optrekje bedoel, maar een kast met een mechanisch cijferslot en rare sleutels, waarin ik al mijn geheimen en mijn dierbare bezittingen opberg: enorme stapels bankbiljetten, talloze goudstaven, kilo’s edele gesteenten, een dozijn eieren van Fabergé, een Stradivarius, dikke pakken waardepapieren en wat weet ik al niet meer.
“Zou je mijn kluis kunnen openen?” vroeg ik aan mijn gast, de brandkastkraker.
“Binnen de twee minuten”, pochte hij.
“Je meent het!” geloofde ik hem niet.

Laat hij het nu doen ook! Mijn safe is derhalve lang niet zo safe als ik dacht. Met behulp van wat attributen klaarde hij de klus in één minuut en achtendertig seconden. Ik moet hem absoluut te vriend houden. Je weet nooit waar dat goed voor is. 

The Author