Zielenpoot

Ik had echt geen zin om te koken, dus begaf ik me naar een eenvoudig eethuisje en nuttigde daar een sobere maaltijd. Het kan niet iedere dag kaviaar of een pauwentongetje zijn. Aan een belendend tafeltje had een tamelijk jong stel plaatsgenomen. Ik kon me niet van de indruk ontdoen dat ze niet helemaal niet bij elkaar kleurden.

Hij leek me het soort godsammelazarustype dat men beter niet snijdt op de autoweg en hij had de charme van een bulldozer. De zeven paarden die hem uit de klei getrokken hadden, stonden daarvan nog na te hijgen. Sommige mensen wasemen gevaar uit en daar hoorde hij onmiskenbaar bij.

Zij was daarentegen een soort reïncarnatie van een filantropische drievuldigheid: Florence Nightingale, Mother Teresa en de maagd Maria. Ze straalde mentale donzigheid uit, bezat een hoge aaibaarheidsfactor en zou gewis het kwaad niet in de wereld brengen.

De dienster bracht hun toetje. Hij keek haar na met een blik die niet vrij was van misprijzen, monsterde toen de beide borden, fronste en kwaakte tegen zijn disgenote:
─“Volgens mij is ze een lesbienne die jou wil inpakken. Jij had meer balletjes in je soep, daarnet gaf ze je de grootste biefstuk en nu is mijn portie tiramisu ook aanzienlijk kleiner dan die van jou.”

Wel heb je van je leven! Je houdt het toch niet voor mogelijk dat volwassenen zich zo kinderachtig kunnen aanstellen. Zijn gezellin zei niets. Ze knipperde even met haar donkere tragédienne-ogen, wisselde de borden om en lepelde bedachtzaam de kleinere portie tiramisu naar binnen.

The Author