Ontkleedvertoning

Zowat anderhalf jaar geleden verscheen hier Oorwurmpje, waarin ik beschreef hoe een ongediertje tijdens het fietsen mijn oor binnendrong, daar in doodsangst tekeerging en ten slotte schielijk het tijdelijke met het eeuwige verwisselde.

Ik moet blijkbaar een grote aantrekkingskracht op insecten uitoefenen, want eergisteren kwam er opnieuw een exemplaar op ongewenst bezoek. Het beestje vestigde zich onder mijn polohemd en gaf luidkeels lament. Omdat ik beducht was voor een venijnige steek of een bitse beet begon ik duchtig het kledingstuk te manipuleren en met mijn lichaam te kronkelen als een aal in doodsnood, hetgeen allerminst een sinecure is als je aan het fietsen bent, dus hield ik halt om ongelukken te vermijden.

Ik trok mijn hemd uit, keerde het binnenstebuiten en schudde het insect de wijde wereld in. Aangezien ik net zo min een borstrok, als een onderlijfje of een marcelleke draag ─ wat mijn moeder als een ongezonde gewoonte beschouwde ─ stond ik daar met ontbloot bovenlijf toen twee dames van middelbare leeftijd op het pad verschenen. Ik kon me niet van de indruk ontdoen dat ze verlekkerd naar mijn zongebruinde koffiefiltertorso gluurden, al zou het best kunnen dat de wens de vader van de gedachte was.
─”Ga er vooral mee door!” monkelde de ene.
─”Wat schuift het?” grijnsde ik. “Voor niets gaat de zon op.”   
─”Eerst ons lekker maken en dan ‘t mooiste laten zitten”, schokschouderde ze en lachend vervolgden ze hun weg.

Ik eveneens.

The Author