Salmagundi

1.
Het is ’s ochtends en ’s avonds al zo fris dat de extra trui die ik aantrek niet meer volstaat, dus is ook voor deze krentenweger de tijd aangebroken om de verwarming aan te zetten. Ik zal er wel even zoet mee zijn, want het veroorzaakt telkens weer een allemachtige hoop ongemak. Eerst moet ik een ingewikkeld apparaat via allerhande knopjes en toetsen aan de praat krijgen. Vervolgens moet ik zestien radiatoren ontluchten. Hoewel ik daar een speciaal sleuteltje voor heb, slaag ik erin om bij ieder toestel een minuscuul geisertje op te wekken, waarmee ik zowel de vloer en de muur als mezelf besprenkel. Dat kan niet de bedoeling zijn, want bij ontluchten hoort volgens mij lucht en geen water. Mijn moeder zaliger zei het al toen ik nog een kleine jongen was en heeft het nadien nog vaak herhaald: “Er is alleszins geen civiel ingenieur aan jou verloren gegaan.”

2.
Wegens bewezen diensten moet ik sinds december van verleden jaar van de overheid een kleine honderd euro krijgen. Ze laten ’t kennelijk sloffen. Ik heb verleden week opnieuw en nog maar eens geïnformeerd wanneer ik over dat fenomenale bedrag zal kunnen beschikken. Gisteren heb ik zowaar per e-mail antwoord van ze gekregen: het dossier is in behandeling. Dat was het zes maanden geleden ook al. Maar goed: ze leven en ze ademen, dus heb ik alle redenen om optimistisch te zijn.

3.
De man is weliswaar dood, maar op het laatste nippertje zorgde hij nog voor een contradictio in terminis, althans volgens de vrouw die ik bij de groenteboer hoorde zeggen: “Hij is gestorven terwijl hij in de living zat.” Als ironie van het lot kan dat tellen.

The Author