Wat met de aperitief?

Het kikkerige weer van de laatste weken is van aard om mijn humeur dusdanig te bederven, dat ik geneigd ben om zout op slakken te leggen. Laat me dit even verduidelijken. Ik zou er me eigenlijk niet druk om moeten maken, maar de aard van het beestje kun je niet verloochenen: ik erger me in niet geringe mate aan de manier waarop velen van ons, en niet in het minst zij die zich beroepsmatig van de Nederlandse taal bedienen, de trappen van vergelijking vormen, door gebruik te maken van de omschrijvende woorden meer en meest, terwijl dat veelal absoluut niet nodig is.

Wat hapert er bijvoorbeeld aan ‘de origineelste tekening’ dat men die als ‘de meest originele tekening’ moet omschrijven? Is het ‘meest populaire programma’ iets anders dan het ‘populairste programma”?

Ik vind, en velen met mij, dat men de omschrijving met meest enkel moet gebruiken als de gebruikelijke manier onmogelijk of lastig is, zoals onder veel meer in:
komisch – meest komisch, want komischst lijkt nergens op
enthousiast – meest enthousiast, want enthousiastst valt niet uit te spreken.  

Dit geldt ook voor de comparatief (vergrotende trap met meer), zij het in mindere mate. Ik neem hierboven de superlatief (overtreffende trap) als voorbeeld, omdat die het vaakst het slachtoffer is van die overtolligheid, die weliswaar niet fout is, maar toch een volstrekt onnodige omweg gebruikt. 

The Author