Vriendendienst

Het gebeurde enkele jaren geleden …

Ik was neergestreken in een restaurant en bevond me in het verkwikkende gezelschap van een goede vriend, die onbedaarlijk veel plezier aan zijn tocht door het bestaan beleefde en altijd wel een aardigheid klaarzitten had. Toen ik aanstalten maakte om me naar het toilet te begeven zei hij: “Als je mijn naam noemt, zul je een mooie plaats krijgen.” Ik zou me een natte luier gelachen hebben als ik op dat moment zo’n ding gedragen had, maar dat was niet het geval.

Het gebeurde gisteren …
De deurbel kondigde een bezoeker aan en even later stond ik oog in oog met een nogal nerveuze jongeman, die niet echt met een vlotte babbel gesierd was.
─”Ik ben gestuurd door mompel mompel”, begon hij.
─”Door wie?” fronste ik, want ik had de naam niet begrepen.
─”Door Cédric M…”, herhaalde hij. “Da’s een vriend van je, hè?”
Ik moest even de registers van mijn geheugen openslaan voor ik de Cédric M… in kwestie kon plaatsen. Ik vond hem alleszins niet terug in mijn uiterst beknopte vriendenrubriek ─ als je meer dan vijf vrienden hebt, heb je er eigenlijk geen ─ maar wel tussen de vage ‘cafékennissen’.
─”Laten we zeggen dat ik hem ken”, nuanceerde ik dus.
─”Ik heb dringend de vertaling van een Duits artikel nodig”, kwam hij ter zake en hij wees naar de map die hij in zijn hand hield. “Cédric zei dat je ’t wel voor een zacht prijsje zou doen als ik zijn naam noemde.”
─”Cédric heeft makkelijk praten”, snoof ik. “Mag ik dat artikel even zien?”

Ik schatte dat ik toch zeker twee dagen aan die vertaling zou werken en toen mijn bezoeker vernam dat ik het niet gratis wou doen, stak hij zijn ongenoegen niet onder stoelen of banken. Hij vertrok met ontstemde snaren en met het onvertaalde artikel.

Wat moet ik in vredesnaam doen om te verhinderen dat sommigen mijn leven willen beredderen?  

The Author