Snuffelalarm

Ik stond in de keuken tomaten te broeien toen er in de belendende woonkamer een alarmerend geluidje weerklonk: piep piep piep. Ik loosde een zucht en mopperde: “Batterijen zijn ook niet meer wat ze geweest zijn.”

Een kwartier later klom ik per trapleer naar de rookmelder, om die van een verse energiebron te voorzien. Amper zes maanden eerder had ik dat ook al gedaan, maar zoals ik al schreef: batterijen zijn niet meer wat ze geweest zijn.

Toen ik ’s avonds even mijn bureau binnenliep, om er wat kleine beroepsbezigheden te verrichten, stegen er opnieuw piepgeluidjes uit de woonkamer op.
“Kus nu mijn klooster!” riep ik. “Zal ik het lazarus krijgen?”
Ik klauterde opnieuw naar het lastige toestel, beroofde dat van zijn voeding, ging over tot de controle met een batterijtester en stelde vast dat het gevalletje nog over zijn volle capaciteit beschikte.
“Rookmelders zijn ook niet meer wat ze geweest zijn”, mopperde ik en ik besloot om die van mij voorlopig van zijn batterij te ontrieven en dus werkloos te maken.

Nog diezelfde avond hoorde ik weer die drie piepjes, maar omdat ik op dat moment televisie zat te kijken kon ik achterhalen waar die vandaan kwamen en waar ze ook de keren daarvoor ontstaan moeten zijn:  mijn televisietoestel. Dat vertoonde namelijk een boodschap van algemeen nut ten behoeve van de mucovereniging en dat filmpje maakte gebruik van het alarmerende piepgeluid. Zodoende ben ik voor de derde keer naar mijn rookmelder geklommen, om restitutie te doen.

Ze zouden het moeten verbieden dat er in reclamefilmpjes en boodschappen van algemeen nut geluiden weerklinken die in een huishouden gangbaar zijn. Ik heb bijvoorbeeld ook al enkele keren mijn voordeur opengezwaaid, omdat ik dacht dat er iemand bij me aanbelde, terwijl dat niet het geval was.

The Author