Grootheidswaan

Twee weken geleden schreef ik hier over een oploop van toeschouwers, politie en brandweerlieden aan de rand van een polderdorp, omdat Bertha daar in een sloot terechtgekomen was. Voor een goed begrip: Bertha was (en is) een koe.

Gisteren passeerde ik opnieuw op die plek en wie beschrijft mijn verbazing toen ik daar weer een vijftal zwaailichtende politievoertuigen en een dozijn agenten in oranje fluojasjes opmerkte.
“Het zal toch niet waar zijn dat Bertha nogmaals in de sloot beland is tijdens het stormweer van de voorbije nacht”, mompelde ik tegen mezelf.
Dat was niet het geval. Er bleek een grootscheepse controle aan de gang te zijn en iedere weggebruiker moest het ontgelden, zelfs de man die zich met een nederige fiets verplaatste. Ik bedoel mezelf. Een buitengewoon manhaftige wetsdienaar ─ een kerel als een karrenpaard met het gezicht van een op een wesp kauwende buldog, die veeleer ongeschoren was dan dat hij een baard droeg ─ gaf me een teken dat ik bij hem moest komen. Ik gehoorzaamde gedwee.

Ik diende hem mijn identiteitsbewijs te tonen en vervolgens onderwierp hij mijn fietstassen aan een onderzoek.
“Denkt u dat ik die gebruik om mensen te smokkelen?” wilde ik het leuk houden.
Ik bedacht te laat dat flikken en smerissen zelden van geintjes houden. Gelukkig was de man in kwestie niet van humor gespeend.
“We zijn op zoek naar kaboutersmokkelaars”, meesmuilde hij.
Het scheelde niet veel of ik stond me te bezeiken van het lachen. Nu ja, ik overdrijf een beetje, omdat ik daar goed in ben en eigenlijk niets liever doe.

Hij verzocht me vervolgens om een blaastest af te leggen en toen die me alcoholvrij verklaarde, mocht ik vertrekken. Ik had amper een tiental meter afgelegd toen hij een luide kreet slaakte. Geschrokken hield ik halt.
“U moet wel het fietspad gebruiken!” wees hij me terecht, want ik had me doodgemoedereerd op het weggedeelte voor auto’s geïnstalleerd.

Ik ben berucht om mijn verstrooidheden. Nu ja, ik overdrijf weer een beetje, zij het niet met tegenzin, want zoals ik hierboven al schreef, ben ik daar goed in en doe ik eigenlijk niets liever.

The Author