Makaken in de mist

Onlangs aanschouwde ik een documentaire van Mike Birkhead: Monkeys of the Rock.

Ik mengde me gedwee onder de enige in het wild levende apen van het Europese continent: de staartloze magots van Gibraltar. Ik zag ze vrolijk hun ding doen en niet in het minst toeristen sarren, maar op een avond steeg er uit de zee een kille mist op, die haast even onheilspellend was als het door Stephen King bedachte gordijn en dra zonder mededogen de hele rots verslond.

Tere apenkindjes zochten ras geborgenheid en vooral warmte bij hun ouwelui, doch een van de baby’s was bestorven en kon helemaal nergens heen. Niemand die zich om het weesje bekommerde. Rillend van de kou keek het met grote, wanhopige ogen recht in de cameralens en dus naar mij.
─”Ochgottegot, dat doddertje”, lispelde ik.

Ik raakte in grote droefenis en stond op het punt om me over te geven aan het zoet genot der tranen, maar ik vermande me en keek scheel van emotie naar wat er verder gebeurde.

’s Morgens trok de mist op en was het aapje verdwenen. Meer vertelde de commentator me niet. Wel godverdomme hier en gunter! Was het dood? Of leefde het nog en lag het ergens op … apegapen? Men liet me in het ongewisse. Ja, zeg, krijg het zeepokkenlazarus!

Als jullie in de eerstkomende dagen niets van me vernemen, dan zit ik op die rots van Gibraltar te kleuteren en ben ik naar dat beestje op zoek.

The Author