Echte mannen lusten geen soesjes

Omdat er verleden zondag een wandeltocht plaatsgreep die rakelings langs mijn woning scheerde, diende ik ’s morgens enige voorbereidingen te treffen. Het zat er immers dik in dat ik veel aanloop zou hebben.

Het jaarlijkse evenement geeft namelijk steevast aanleiding tot een kleine belegering van mijn hermitage. Men kuiert langs het pad, krijgt opeens mijn optrekje in het vizier en zegt:
─“Och, zullen we eventjes bij hem aanwippen? Die sukkelaar moet erg eenzaam zijn, zo helemaal zonder ouders, zusjes, broertjes of andere geliefden.”

En dan bellen ze aan, terwijl ik daar helemaal niet zit op te wachten. Ik zou natuurlijk niet thuis kunnen geven, maar dan kom ik in conflict met de goedbloed die in me schuilt en fluistert: als iemand zich de moeite getroost om bij je op visite te komen, moet je die mensen hartelijk ontvangen en grote vreugde voorwenden, zo van … ‘maar wie we daar hebben! Kom binnen, kom binnen!’

Daarom begaf ik me zondagmorgen naar een patisserie, om me aldaar een doos vol pateekes aan te schaffen. Goh, wat zijn die dingen gruwelijk duur! Ik zou natuurlijk ook zelf aan de slag kunnen gaan en allerhande taartjes bakken, want ik kan het heus wel, maar het is een nogal bewerkelijke bezigheid en ik zit eigenlijk liever op mijn luie krent.

De dag verstreek, bezoekers kwamen en gingen … en rond een uur of zes lag er nog welgeteld één gebakje op de schaal: een langwerpige, met banketbakkersroom gevulde en met chocolade bedekte eclair. Laat zo’n snoezige soes nu toevallig mijn favoriete hapje zijn. Als er nog iemand opdaagde, zou ik die ongetwijfeld aan mijn neus zien voorbijgaan. Om dat te verhinderen, verstopte ik de eclair op arglistige wijze in de koelkast …

… en gisteren diepte ik die op, vervuld van voorpret. Ik maakte net aanstalten om mijn tanden in een van de malse punten te zetten, toen de deurbel luidde. Terwijl ik me in de zitkamer met een dame onderhield, sloop de kleuter die ze bij zich had ongezien de keuken in. Daar veroverde hij mijn eclair en vrat die op.

Gisteravond heb ik soezendeeg gemaakt en eclairs gebakken. Ik had er vierentwintig. Daar blijven er nu nog dertien van over. Het wordt gewis een aangename dag.

The Author