Dekking zoeken!

Ik was in een humeur dat me naar een drankhol kon drijven, dus begaf ik me gisteravond naar de dorpskroeg. Als ik van iets verstand heb, dan is dat van aan de tapkast zitten en meestal vind ik daar binnen de kortste keren het beetje aanspraak, waar iedereen af en toe behoefte aan heeft.

Helaas behelsde de gelagkamer slechts drie mensen: de schrijver dezes, een moegedronken kastelein die kleine beroepsbezigheden verrichtte, maar duidelijk op zijn vak uitgekeken was en een mij onbekend heerschap met een sloddervossig voorkomen. Laatstgenoemde ontpopte zich ras tot een betweter in een academisch steunkorset, die het met veel fanfare over broeikasgassen, temperatuurstijgingen, emissiereductie en ontbossing had. Ik kon zijn gezwatel echt niet bijsloffen en beperkte me tot een simplistische voorspelling.
─”De natuur zal ooit weleens wraak nemen”, zei ik maar eens en ik rukte aan de kuierlatten.

Het overkomt me zelden of nooit, maar vanmorgen tijdens mijn ochtendwandeling moest ik plots nodig overtollig en hoogst opdringerig vocht uit mijn lichaam verwijderen. Ik stelde me wijdbeens aan de rand van het pad op en gaf ‘m van jetje, toen opeens een grote sparappel rakelings langs mijn hoofd scheerde en naast me in het gras plofte.
─”Gaan we d’r een beetje mee gooien, ja!?” riep ik quasi verontwaardigd naar de boomkruin en ik schoot in de lach.

Ik vrees evenwel dat het wraakoffensief van de natuur begonnen is.

The Author