Zwijmeldrank

Ik was op stap met Michael die, het mag gezegd, een nogal gunstig uitgevallen voorkomen heeft. Hij beschikt over fraai gedraaide poten en oren, waardoor hij wellicht tot de met een schaartje geknipte kostgangers van de aardkloot behoort.

Het duurde niet lang of we kregen een pracht van een dorst. Op zoek naar lafenis kwamen we terecht in een opgesmukte kelder met donkere nissen en diffuus licht, dat lusteloos de duisternis bevocht. We bestegen krukken aan de bar en het knappe kind dat ons met een glimlach van een meter en duizend tanden in haar mond de kaart overhandigde, kreeg het gelijk in de kleine darmpjes toen ze Michael aankeek. Ik zag de verliefdheid in haar hartveroverende boezem opwellen.
-“Dat noem ik nu een stoot”, grijnsde Michael en met een knikje maakte ik duidelijk dat ik het met hem eens was.

We bestelden een woeste cocktail en het meisje ging fluks aan de slag. Ze schudde, klutste en mixte zich het hart uit het lijf, maalde ijsblokjes tot schilfers en goot vervolgens het ingewikkelde brouwsel in hoogbenige coupes. Die van mij maakte een vlekkeloze landing; het exemplaar van Michael eveneens, maar toen hij haar dankbaar aankeek, kreeg ze dusdanig de riebels, dat ze zijn glas een ietwat onhandige aai gaf. Het kantelde gemoedelijk. Voor het te pletter stortte, goot het zijn inhoud tussen de benen van mijn gezel. Ik had een pret. Ik benatte me bijna.

De scherven zouden haar noch hem geluk brengen, want wat er toen allemaal gebeurde, tart elke beschrijving. Het arme wicht verloor compleet haar tramontane. Alles mislukte. Ze moest opnieuw een cocktail voor haar hartenlapje verzorgen, maar de ijsblokjes sprongen uit haar schepje en huppelden over de vloer. De beker van de ijsmolen kreeg een dreun, kwakte op de grond en overleefde dat niet. De champagne was op en ze moest een nieuwe fles aanbreken, maar de soupire érotique waarmee dat dient te gebeuren ontspoorde in een knal en het bordeelschuim spoot opgewekt in haar nogal roekeloze decolleté. Zelfs een simpel citroenschijfje veroorzaakte overlast, want de vrucht ontsnapte, ricocheerde van het kastje naar de muur en rolde toen doodleuk naar een bijna onbereikbaar hoekje. Eindelijk was ze klaar.

─”Kijk vooral niet in mijn ogen!” lachte Michael met bezwerende gebaren.
Omzichtig plaatste ze het glas op de placemat voor mijn vriend. Ik zag het gebeuren, maar ik liet het gebeuren. Een schakeltje van haar armband hechtte zich vast aan een lusje van die sponzige onderlegger en toen ze haar hand terugtrok … Touché! Het glas wiebelde nauwelijks. Het kwakte pardoes neerwaarts. Het was een voltreffer!

Ik raakte buiten adem. Ik lachte me paars. Ik zakte van mijn kruk … en terwijl ik dat deed … stootte ik mijn glas om.

The Author