Wat een portretten!

Weten jullie waar ik me mateloos aan erger?
“Daar gaan we weer!”, hoor ik jullie mompelen. “Uilenvlucht heeft weer een been gevonden waaraan hij eindeloos kan knagen.”
Welja! Ergernis is mijn creatieve brandstof. Als ik last heb van een ongenoegen, dan moet ik dat spuien. Daar helpt geen lievemoederen aan, dus moet ik nu hoe dan ook even kwijt dat ik in hoge mate geïrriteerd raak door de verkiezingsborden, die men overal in Vlaanderen klakkelings neerpoot en waarmee men de schilderachtigste plekjes versjteert, om nog te zwijgen van de onbelemmerde verten die ze verkutten.

Het is geen geheim dat politici het meestal niet met zichzelf getroffen hebben en zelden, of eigenlijk nooit een schoonheidsprijs verdienen. Desalniettemin bemaskeren ze hun tronies met een gesuikerde-peertjes-uitstraling en een obligate glimlach, met vertoon van gekunstelde tandklavieren waarmee je brand kunt stichten.

Vanmorgen heb ik mijn geurvlag tegen zo’n bord geplant. De afgebeelde politicus, die onder een onnozele slogan op me neerkeek, had een pafferige kop, waaronder een vaalgele pelikaankeelzak lilde.
“Zijn dat je kinnen, of rust je hoofd op een stapel pannenkoeken?” informeerde ik.

Weten jullie wat ik me afvraag?
“Daar gaan we weer!” hoor ik jullie mompelen. “Uilenvlucht worstelt weer met een vraag en valt er iedereen mee lastig.”
Welnee! Dit keer is het een retorische vraag en ik verwacht dus geen antwoord.

Zou heel die smoelententoonstelling ooit al eens een stem opgebracht hebben? Zijn er mensen die naar zo’n bord kijken en zeggen: “Wat is me dat een interessant persoon. Voor die zal ik stemmen, zie!”

The Author