Huiselijk geluk

In een vlaag van zinsverbijstering begon ik gisterochtend tiramisu in mekaar te frotten, want het is een bewerkelijk gerecht waar ik meer tijd aan besteed dan ik eigenlijk beschikbaar heb.

─”Er hoort een speels besluit na een goed maal”, zei ik ’s avonds tegen mijn tijdelijke huisgenoot en ik diste het melodieuze toetje op.
─”En niet te krap!” schuddekopte hij. “Verwacht je een buslading uitgehongerde toeristen of zo?”
─”Ik heb me laten meeslepen”, bekende ik ootmoedig en ik voorzag hem van een lang niet kinderachtige portie.

Hij bekeek de hap met argwaan, rook er even aan en haalde bijna onmerkbaar zijn neus op. Eerst zat hij wat te peuren, proefde toen aarzelend en ratste vervolgens in een flap en een floep het hele bord leeg.
─”Is dat even lekker!” smakte hij. “Dat heb je lang niet slecht gedaan. Lust voor lepels. Jij kunt wat samengooien, man!”
Ik glunderde en stond best wel fraai met de veer die hij me in het achterwerk stak.

Later vertrok hij naar de plek waar hij zijn vriendinnetje zou ontmoeten. Samen  zouden ze het op een ongetwijfeld romantisch mijmeren zetten, tijdens een wandeling langs een door de maan beschenen vijver, waarop zwanen spelevaarden en het water beschilderden met witte sier … of iets anders van die strekking.

Hoewel ik hem pas rond middernacht thuis verwachtte, kwam hij al iets na tienen aanzetten. Hij was in het gezelschap van het meisje dat hij zeer beminde.
─”Willen jullie wat drinken?” vroeg ik nadat hij ons aan elkaar voorgesteld had.
─”Heb je nog van die tsunami?” informeerde hij.
─”Je zult tiramisu bedoelen”, grijnsde ik.

Terwijl ik in de keuken de borden dresseerde, hoorde ik hem tegen zijn vriendinnetje zeggen:
─”Ik denk da’k hier blijf wonen.”

Het maakte mijn dag.

The Author