Effen is kwaad treffen

West-Vlaanderen is een winderige provincie: een echt tochtgat aan de Noordzee. Er staat hier vrijwel altijd een kwistige bries en als het een keertje niet of nauwelijks waait, zoals gisteren en eergisteren bijvoorbeeld, nestelen er zich meteen hoge concentraties fijn stof in de atmosfeer en dat is naar verluidt niet goed voor ons algemene welbevinden.

Ik beschouw fietsen als een bijzonder aangenaam tijdverdrijf, vooral als ik het in de luwte kan doen. Ik negeerde derhalve het smogalarm en verkende pedalerend wat men de groene gordel rond Brugge noemt. Nu ja, echt groen was die gordel nog niet, maar wat niet is, kan komen … en ik ben er zelfs van overtuigd dat het zal komen. Vogels repeteerden eindeloos, zwanen beschilderden een vijver met witte sier, in een weilandje liepen wat eenden te waggelen, eekhoorntjes dartelden over de boomstammen en op mijn pad ontdekte ik achtereenvolgens de rottende krengen van een duif, een haas, een kat en een rat. Vermoedelijk waren zij geen slachtoffers van het fijn stof dat in de lucht woekerde, maar wel van de niets ontziende gevaarten die men auto’s noemt.

Ik passeerde het vrij zeldzame verkeersteken dat voor overstekende padden waarschuwt. Iets verderop was de berm over een afstand van honderden meters van een gaasafsluiting voorzien en had men hier en daar emmers ingegraven.

paddenoversteek

In de emmer die hierboven met een groene pijl aangeduid is, trof ik inderdaad een pad aan. Hoewel ik een beetje vies van die beesten ben, viste ik het exemplaar op en bracht het gezwind naar de overkant. Vervolgens keerde ik op mijn stappen terug om de pancarte te lezen die men daar neergepoot had.

KijkPuit

Ik ben nog gaan zoeken, maar ik heb het door mij overgezette springtuig natuurlijk niet meer kunnen opsporen. Sorry hoor, mensen van de Brugse groendienst. Het moeten er dus 138 zijn. Ik zal het nooit meer doen.

The Author