Speeltjes

Ik was van plan om aan de lenteschoonmaak te beginnen, maar ik heb me bedacht. In de eerste plaats duurt het, in weerwil van de verzachtende omstandigheid van het fraaie weer, nog bijna twee weken voor de lente echt begint en in de tweede plaats voelde ik er niets voor om mij met borstels, emmers, dweilen, sponzen, zeemlappen … hijg, hijg … en wat er nog meer aan poetsgerei bestaat onledig te houden, want het leven en het toeval disten me een veel leukere bezigheid op.

Ik heb het hier vroeger al herhaaldelijk over het aantekenboekje van Moleskine gehad, dat ik altijd en overal bij me draag en dat dus een onafscheidelijke metgezel is, die ik meestal met enige vertedering ‘mijn calepingsje’ noem, omdat we bij ons in West-Vlaanderen nogal eens een beroep op de Franse taal durven doen als we ten prooi vallen aan gemoedservaringen van diverse pluimage. Zo’n geheugensteun is natuurlijk een hopeloos ouderwets hulpmiddel en bovendien nogal knullig om te gebruiken, want men is niet altijd in de gelegenheid om met een schrijfstift over papier te navigeren.

speeltjesNu heb ik de hommel in het hoofd gekregen. Ik ben overgegaan tot de aankoop van een speeltje: een digitaal dicteerapparaatje van Olympus. Voortaan duikel ik geen onnozel notitieboekje meer op, maar trek ik een minuscule dictafoon om er mijn intiemste gedachten aan toe te vertrouwen. Daarenboven heb ik mijn pc toegerust met een ander speeltje, zeg maar speel: de spraakherkenning van Dragon. Christene zielen! Wat is dat een magische duvelstoejager! Er komt nogal wat op je af als je de software ten volle wil gebruiken en het is dus even wennen ─ vandaar dat het hier even stil was ─ maar dan weet je echt niet wat je meemaakt. Het programma kan niet alleen aan een razend tempo de teksten uittikken die ik dicteer, maar met mijn stem kan ik tevens mijn hele computer bedienen. De snelheid en de accuratesse waarmee dat allemaal gebeurt, zijn voor mij een bron van niet aflatende en verrukkelijke verwondering.

Tja, ik moet met mijn tijd meegaan, om te voorkomen dat ik inkak.

The Author