Zeugmata, polysyndetons, anakoloeten en andere nonsens

Ik heb dus deelgenomen aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal en ik mag best wel trots zijn op het resultaat dat ik behaalde. Meer zelfs! Als ik me onder de aanwezigen in de Eerste Kamer in Den Haag had bevonden, zou ik met 7 spelfouten en 6 taalfouten zowaar als winnaar uit de bus gekomen zijn en een fraaie pen in ontvangst hebben mogen nemen. Als ik beroemd wil worden, zal ik toch eens in het echt moeten meedoen.

De auteur van het dictee, Kees van Kooten, had dit jaar trouwens voor een nieuwigheid gezorgd en ook een aantal taalfouten in zijn tekst ondergebracht, zoals bijvoorbeeld onjuist gebruikte woorden, van hun gat geblazen uitdrukkingen, verkeerde verbuigingen van werkwoorden of een foutieve woordvolgorde. De deelnemers dienden deze zogeheten verhaspelingen op te sporen en te onderstrepen.  Ja zeg, maak het een beetje! Het vermijden van spelfouten is op zich al geen sinecure en dan komt dat er nog bij.

Ik ben trouwens hoegenaamd niet te spreken over de onsamenhangende pennenvrucht die hij ons opdiste. Het was een samenraapsel van woorden, die heel verbaasd zijn elkaar tegen te komen en die de meesten van ons enkel gebruiken als een kruiswoordraadsel ons daartoe verplicht. Het dictee richt zich steeds meer op een select clubje en op maniakken, voor wie in het Engels talloze namen bestaan, zoals bijvoorbeeld nerd, geek en freak. Ik wil daar eigenlijk niet bij horen.

Lees hier de tekst van het dictee: Een przewalskipaardenmiddel

The Author