Hoewel het kwik vanmorgen het vriespunt besnuffelde, ben ik toch naar het dorp gefietst, al had ik daar eigenlijk niets dringends te zoeken of te verrichten. Toegegeven: de kou overviel me een beetje.
“Hard zijn!” sprak ik klappertandend tot mezelf.
Mijn tepels gehoorzaamden meteen.