Het wilde West-Vlaanderen

In een zalig vroeger, toen ik nog niet grandioos op mijn bek getoeterd was en nog naar believen over al mijn ledematen kon beschikken, drong ik per fiets de Brugse rijkeluisbuurt binnen. Wie daar woont, heeft alleszins geen krimp en geeft zich graag over aan het onsubtiele vertoon van druipende luxe: kapitale villa’s die groot genoeg zijn om er een formule 1-wedstrijd in te houden en die men vanaf de oprijlaan zonder kompas niet kan vinden; wonderlijke tuinen met lommerrijk geboomte, verrukkelijke bloemen en gedrilde gazons die zich onafzienbaar uitstrekken; monumentale toegangspoorten; camerabewaking alom … Tjongetjonge, ik had wat te kijken! Le vrai luxe n’est pas d’avoir de l’argent, mais de savoir en profiter.*

Toen ik een zijlaantje insloeg, botste ik echter plots op een anachronisme, want ik kreeg dit te zien:

pijlen

Daar viel me toch de bek van open. Was ik onverhoeds in indianengebied terechtgekomen? Ik kneep de remmen dicht en spiedde om me heen. Er viel nergens een roodhuid te bespeuren, laat staan dat er vallende pijlen opdoemden. Ik ritste mijn fietstas open, diepte mijn kalasjnikov op en hing die binnen handbereik rond mijn hals. Behoedzaam vervolgde ik mijn weg.

Ik ben gelukkig heelhuids uit dit avontuur gekomen.

*Echte luxe is niet het over geld beschikken, maar de kunst verstaan om ervan te profiteren.
(reclameslogan van Pernod)

The Author