Vanmorgen miauwde het nog

Ik mag hier niet schrijven dat ik verleden zaterdag over berg en dal fietste, want dan neem ik een loopje met de waarheid. In West-Vlaanderen verrijzen er immers geen geografische ongemakken die de naam berg verdienen en waar geen bergen zijn, ontbreken logischerwijze ook de dalen. Nu hoor ik in het zuiden van de Belgische kustprovincie gelijk enig protest opklinken. Daar gaat men immers prat op enkele uitstulpingen in het landschap, waaraan men in een vlaag van grootheidswaan, om niet te zeggen verstandsverbijstering, de kwalificatie berg verleend heeft. Wie ooit een majestueuze Alp of een indrukwekkende Pyrenee aanschouwd heeft, zal echter meewarig het hoofd schudden als deerniswekkende keutels zoals de Rode Berg, de Zwarte Berg, de Scherpenberg, de Monteberg en de Kemmelberg aan de horizon opdoemen.

Maar goed, ik bevond me helemaal niet in het zuiden van West-Vlaanderen, maar in noordelijker gebied, meer bepaald in de lommerrijke bossen van het Brugse Ommeland. Al fietsend passeerde ik een aan een boom bevestigde boodschap, die ik vanwege de fenomenale snelheid die ik ontwikkelde niet vermocht te lezen.

poesje1

Ik was al bijna een kilometer verder toen de mij aangeboren nieuwsgierigheid de kop opstak. Ik hoef heus niet van alles het fijne te weten, maar het scheelt toch niet veel. Ik keerde op mijn stappen … eh … ik keerde terug om het bericht te bezienswaardigen.

poesje2

Tja, wat moet een mens daar nu van zeggen? Denkt de schrijver ervan nu echt dat de dader zich kenbaar zal maken, of is het gewoon een retorische vraag van iemand die even woede wil spuien en verdriet van zich afschrijven?

Toen ik mijn weg vervolgde, hoorde ik de boom zachtjes kreunen: “Wie heeft er die ellendige haken in mijn bast geschoten?”

The Author