Een zittend gat

Volgens mijn lijfarts heb ik een zittend gat. Nu ja, hij is keurig opgevoed en gebruikte deze ietwat ordinaire uitdrukking niet, maar hij sprak me wel vermanend toe, op het flemerige, op iets te veel inleving wijzende toontje, dat ook verplegend personeel in bejaardenhuizen zich weleens permitteert. Hij vond namelijk dat ik te weinig beweeg en wie ben ik dat ik hem zou tegenspreken of ongelijk geven? Ik slijt een groot gedeelte van mijn leven op een bureaustoel en dat kan niet gezond zijn.

Daarom heb ik besloten om iedere ochtend een wandeling van een paar kilometer te maken en, als het weer een beetje meezit, ook ’s middags nog even op de fiets te klauteren, om wat rond te peddelen … en me telkens weer verschrikkelijk te ergeren aan een streekgenote van me: Hilde Crevits, de Vlaamse ministerin van Mobiliteit en Openbare Werken. Op haar website vertoeft ze weliswaar in een soortement plastische pose in het zadel van een rijwiel, maar ik denk niet dat ze er zich van bewust is in wat voor abominabele toestand de Vlaamse fietspaden zich bevinden, verondersteld dat die er al zijn, wat vaak niet het geval is.

fietspadHet is een regelrechte schande, in sommige gevallen zelfs ronduit gevaarlijk en er is vooralsnog geen beterschap in zicht. Wel integendeel! Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de toestand met de dag verslechtert. Wie zich in deze contreien per fiets verplaatst, zal op zijn weg talloze gaten, putten, bulten en hellende vlakken moeten trotseren, om aan het einde van de rit met beurse billen en compleet dooreengeklutste ingewanden de bestemming te bereiken. In plaats van ons belastinggeld aan noodlijdende banken te verkwanselen, kunnen ze het volgens mij veel beter besteden door wat aan deze regelrechte aanfluiting van mobiliteit te doen.

Ik nodig Hilde Crevits uit om eens een paar uurtjes met me mee te fietsen, zodat ze zich aan den lijve van deze onverkwikkelijke toestand kan vergewissen.

The Author