Hij is dood, dus kan hij ‘t hebben

Ik heb me ter kerke begeven. Nee, ik ben niet door een engel met een blijde mare bezocht, noch heb ik in deze aardse woestenij een stem gehoord die riep: Bekeer je als de gesmeerde wiewa, want het einde der tijden is nabij en straks begint de eeuwigheid! Religie is niet aan mij besteed. Ik beschouw het als tijdverlies, maar even goeie vrienden als jullie daar anders over denken. Ik ben gewoon naar de begrafenis geweest van een man die ik kende en waardeerde. De laatste eer bewijzen … zo noemt men dat.

De plechtigheid werd opgeluisterd door een koor uit een lagere prijsklasse. De leden daarvan gaven vol overgave gregoriaanse liedjes ten beste. Ik mag af en toe graag dergelijke Latijnse gezangen aanhoren, maar dan wel als ze uit de mond van in kweelkunsten onderlegde nonnen en paters geuren. De plaatselijke sängerknaben und sängermädchen brachten er weinig van terecht. Ook werd er in de kerk op iets te gulle wijze met wierook gezwaaid, zowel in de letterlijke als de figuurlijke zin. Het is een geur die ik heel slecht verdraag. Ik word er draaierig van en krijg tevens last van kotsneigingen, maar de pontificaal uitgedoste ceremoniemeester bleef maar met dat walmende vat zwaaien.

De offerande was een welkome afwisseling. Alle aanwezigen verlieten gezwind hun plaats en defileerden richting altaar, want daar begon men souvenirs te verkopen. Ik wilde ook wel een aandenken aan de dierbare overledene, dus deponeerde ik een muntstuk in een schaal, drukte mijn wang tegen een metalen ding dat men pateen noemt en kreeg een bidprentje retour. Ondertussen ontstond er enig geroezemoes. Ik wist eerst niet waarom dat gebeurde, maar even later kreeg ik een elleboogstoot van het oude vrouwtje dat naast me zat. Ietwat verlekkerd wees ze naar het gedachtenisje en fluisterde: “Ze zijn gemist!”

Bleek dat de drukker zich zwaar vergist had. De voorzijde van het prentje toonde weliswaar de foto van de man wiens begrafenis wij met zijn allen bijwoonden, maar de tekst binnenin stak de loftrompet over een vrouw, die niet alleen een hogelijk gewaardeerde echtgenote en moeder geweest was, maar bovendien op een zeer lovenswaardige levenswandel kon bogen.

Het sensationele nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje. Iedereen probeert nu zo’n prentje te bemachtigen, want het zou weleens kunnen dat het een collector’s item wordt … en daar tellen sommigen een pak euro’s voor neer. De een zijn dood is de ander zijn brood.

The Author