Neuzenvreugd

Gisterochtend was ik aan zee en daar kocht ik een appetijtelijke moot kabeljauw, die ik tegen de middag ‘en papillote’ voor me klaarmaakte, hetgeen gewoon betekent dat je de hele zwik ─ vis, groenten en kruiden ─ in kookpapier of folie wikkelt. Het zal rond halftwee geweest dat ik me aan de dis plaatste, rijst op mijn bord schepte en behoedzaam het kostelijke pakketje opende, waaruit eigenwijs heerlijke aroma’s opstegen die meeslepende neuzenvreugd veroorzaakten. Om het nog wat feestelijker te maken, aarzelde ik niet om ook een fles met een frivool wijntje open te rukken. Kunnen jullie me zien zitten en merken jullie hoe verlekkerd ik uit mijn ogen kijk? Het water liep me uit de bek …

… maar toen luidde de bel. Grote misnoegdheid ontlokte me woorden en krachttermen die niet voor herhaling vatbaar zijn, maar ik begaf me niettemin naar de deur. Daar onderhield ik me enkele minuten met een man wiens auto vermoedelijk geen gps aan boord had, want hij was compleet het noorden kwijt. Ik zette hem op het juiste spoor en keerde toen naar de keuken terug, teneinde mijn godenspijs te verorberen.

Er wachtte mij een grote ontsteltenis en een bittere teleurstelling. Mijn katten waren immers op de tafel geklommen en hadden zich rond mijn vis geschaard, die ze met zichtbaar genoegen aan het verslinden waren. Ik heb voor mezelf dan maar een kliekje kippenragout opgewarmd. Het is niet wat ik ambrozijn zou noemen, maar men moet van de nood een deugd maken. Ik heb evenwel een kloek besluit genomen: voortaan laat ik me door niets of niemand meer van tafel weglokken tijdens een maaltijd. Er mag een bom ontploffen. Paris Hilton mag vervuld van opperste geilheid op mijn belknop drukken. Nu ja … Paris Hilton … enfin, jullie begrijpen vast wat ik bedoel. Nood breekt wet … en goede voornemens.

The Author