Als je haar maar goed zit

De majesteitelijke koningin van Nederland heeft gisteravond haar troonsafstand aangekondigd. Ze verscheen daarvoor op de televisie en het moet gezegd dat ze er patent uitzag, toch zeker voor een dame van bijna vijfenzeventig. Tja, er zit natuurlijk nauwelijks sleet op iemand die alles in de schoot geworpen krijgt en bulkt van het geld.

koninginIk herinner mij hoe ze op een keer ter gelegenheid van Koninginnedag een boottochtje en een wandeling maakte. De haardos die ze toen vertoonde, vervulde me met sprakeloosheid. Wij, Belgen, mochten wel denken dat onze steevast omstandig gecoiffeerde Fabiola op dat gebied de … eh … kroon spande. We dachten verkeerd. Beatrix torste iets op haar hoofd dat mij op het eerste gezicht een termietenheuvel toescheen: een sterk staaltje van een door spitstechnologie bijeengehouden en dus stormbestendig kapsel, waarin opgewonden vogeltjes met plezier zouden rondscharrelen als de lijfwachten even een oogje dichtknepen. Meteen daarna stak een van mijn hebbelijkheden de kop op. Ik laat me niet licht imponeren door roem en ik zal ook niet zo gauw in mijn broek plassen van ontzag, want als ik celebriteiten of hoogwaardigheidsbekleders zie, probeer ik me die altijd in hun blootje voor te stellen. Ik zag Beatrix dus zonder kleren door ’s-Hertogenbosch kuieren … Ik heb nog nooit zo snel de televisie afgezet.

Gisteravond heb ik mijn hebbelijkheid kunnen onderdrukken. Ik zou daar voorzeker niet lekker op geslapen hebben.

The Author