‘k Zei het je nog

We hingen op hoge krukken aan een bar bij de rand van de zee.
We staarden dromerig naar een boot, die statig over het water schreed.
Je keek me aan.
Je zei:
─”Ik trek eruit!”
Ik zei:
─”Hou vooral je remmen klaar. ’t Kan akelig donker zijn op de weg van haven naar haven.”

Nu ben je dood.

The Author