Midden in de matses

Ik kreeg een bevriend echtpaar op bezoek en die brachten hun kroost mee: twee wilde kraaien van jongens, die bovendien uitermate ongezeglijk waren. Ze bleven mijn bureau binnendringen, dat ik als het heilige der heiligen beschouw, en toen ik dat vertrek afsloot, schakelden ze over op het sarren van mijn katten. Die voelden zich daar net zo onbehaaglijk bij als ik. Ze kregen het heen en weer en toen ze gevaar begonnen uit te wasemen, greep ik in.
─”Zullen we met zijn allen naar de speeltuin gaan?” stelde ik voor.

In het sprookjesbos aldaar was er net een nieuwe attractie opgericht: het peperkoeken huisje, waaraan zelfs Hans en Grietje niet konden weerstaan. Het woninkje zag er inderdaad bijzonder appetijtelijk uit, al vond ik de peperkoek eigenlijk meer op Betterfood lijken, waar ik als kind nog mee doodgegooid ben. Hans en Grietje waren nergens te bespeuren en ook de heks hield zich vooralsnog smok.

Toen we echter het tuinhek openden, bedienden we waarschijnlijk een onopvallend schakelaartje, want er kwam opeens leven in de brouwerij. Het dakvenster klapte omhoog en uit de opening verrees een ondraaglijk lelijke heks, compleet met haakneus en wratten.
─”Hela, hela! Wie klopt daar aan mijn huisje?” kraste haar knekelstem.

De kinderen vonden dat fantastisch en ik eigenlijk ook. We bleven maar tegen dat hekje duwen en zodoende die heks aanporren om op te duiken. Daarna, terwijl we onze tocht door het sprookjesbos voortzetten, hoorden we voortdurend haar ‘Hela, hela’ opklinken, want allen daar aanwezig beleefden monumentaal veel plezier aan dat mens. Opeens hield ze zich echter koest …

Toen we opnieuw bij het peperkoeken optrekje kwamen, stond het dakvenster open en lag de heks voor pampus op de Betterfoodpannen, alsof ze daar zieltogend neergestort was. Kortsluiting door overbelasting waarschijnlijk.
─”De heks is zat”, zei een zoon van mijn vrienden.

Ik vroeg me af wie hij ooit op die manier tegen de mast had zien liggen, dat hij nu die connectie maakte.

The Author