Enormiteiten

veldrijdenIk vind veldrijden een mooie en vaak ook spannende sporttak, die ik dan ook met enig plezier mag bezienswaardigen. De winnaar is bovendien bijna altijd een Belg, hetgeen niet alleen een opkontje is voor onze vaderlandsliefde, maar tevens ons lage zelfbeeld enigszins vermag op te krikken. We hebben al zo weinig om trots op te zijn.

Waar ik minder over te spreken ben, is de verslaggeving waarmee men de televisiekijker tijdens zo’n wedstrijd meent te moeten opzadelen. Meestal laat de beroepscommentator zich bijstaan door een man van het vak: in dit geval een persoon die zelf nog veldgereden … eh … geveldreden … eh … in velden gereden heeft. Tot daar aan toe dat die sportieveling meestal weinig welbespraaktheid aan de dag legt, of zelfs uitgesproken slecht ter tale is. Ieder vogeltje mag van mij zingen zoals het gebekt is. Erger vind ik het dat zo’n zelfverklaarde kenner een loopje neemt met de waarheid, zoals ene Paul Herygers dat onlangs deed.

De veldrijders dienden een nukkig heuveltje te beklimmen. Van de twee protagonisten deed de ene dat rijdend en de andere lopend.
─”Dat afstappen kost enorm veel seconden”, zei Herygers.

Enorm veel. Hoeveel zijn er dat dan? Ik schat op zijn minst een paar miljoen. Wel, ik heb ze geteld. Het waren er twee. Twee! Schoon aan de haak en in het handje. Ze moeten nu ook niet overdrijven, die gastcommentatoren.

The Author