Om je te benatten!

Ik begaf me, in de auto van een echtpaar waarmee ik goede relaties onderhoud, naar de opening van een restaurant, want ik had wat verdiend aan het opstellen van de menukaarten en voor wat, hoort wat. Omdat ik me graag mag verlustigen aan aperitieven, glazen wijn en pousse-cafés prees ik me gelukkig dat ik kon beschikken over een chauffeuse die nooit alcohol gebruikte.

Nu is het echter zo dat ik nogal licht last krijg van wagenziekte als ik niet zelf achter het stuur vertoef, vooral ook omdat men op Belgische wegen geregeld van snelheid moet wisselen ─ nul, dertig, vijftig, zeventig, negentig, honderdtwintig ─ waardoor men als het ware op een roetsjbaan zit. Het duurde dan ook niet lang of misselijkheid stak de kop op en niet veel later zette ik het in de berm zelfs op een klaterend braken, hetgeen natuurlijk niet bevorderlijk was voor de eetlust van noodgedwongen toeschouwers en aanhoorders. Ik schaamde me dan ook diep.

In het restaurant verliep alles aanvankelijk naar wens, want ik ben keurig netjes opgevoed en wel degelijk in staat om de regels van de etiquette in acht te nemen. Tijdens het innemen van een slok rode wijn verslikte ik me echter in die mate dat ik het kostelijke vocht uitproestte en er zowel de tafel als mijn disgenoten mee besproeide. Zoiets verwacht men niet van aangenaam gezelschap en het werd me dan ook niet bepaald in dank afgenomen. Ik schaamde me nog dieper.

Ik ben iemand die het hout voor zijn eigen brandstapel aandraagt, om er vervolgens tot overmaat van onnozelheid ook nog de lucifers bij te leveren. Het zal nog eens zo gaan dat iedereen me uit zijn levensverhaal schrapt en me veroordeelt tot een eenzaamheid, die niemand ooit nog zal genezen.

The Author