Haast je langzaam

Er waren eens drie dartele huppelkutjes ─ meisjes van een jaar of vijftien ─ die met elkaar konden lezen en schrijven en derhalve vriendschapsbanden aanknoopten. Enkele weken geleden moeten ze besloten hebben om wat aan hun lichamelijke conditie te doen, want sindsdien draven ze iedere avond strijk-en-zet in sportieve uitmonstering voorbij mijn woning: een bezigheid die men in de wandeling joggen, of ook nog trimmen noemt.

Twee van die meiden zijn zo slank dat ze vermoedelijk slechts één streep op hun pyjama hebben en ze lopen als kievieten. Het derde meisje torst wat meer gewicht. Ze is niet dik, maar toch dubbel gevoerd. Daarom zeilt ze altijd in het kielwater van haar vriendinnen. Nu ja, het kielwater … ze klost zo’n vijftig meter achter ze aan. Telkens als ik dat clubje zie, erger ik me er een beetje aan dat die twee ranke hindes niet wat meer respect opbrengen voor hun metgezellin, door bijvoorbeeld hun tempo wat te matigen, louter uit saamhorigheidsbesef.

Ik ben de laatste tijd nogal uithuizig geweest en daarom heb ik ze aantal weken niet gezien, maar gisteren was ik buiten toen ze in de stemmige avondschemering tevoorschijn traden. Tot mijn grote vreugde was de achterstand van het dikkere meisje nog slechts een meter of tien. Het kan nooit lang meer duren of ze haalt de anderen in. Van mij mag ze die zelfs voorbijsteken.

─”Hupsakee!” kreet ik enthousiast.
De ranke hindes bedachten me enkel met een hautaine blik. Het mollige meisje zwaaide echter naar me, bedacht me met een alverslindende glimlach en riep:
─”Kijk uit, want de kilo’s vliegen er hier af!”

Het is waar dat dubbel gevoerde mensen aangenaam in de omgang zijn en goeie zin in ’t leven hebben.

The Author