Ambiance!

Vanwege mijn verlangen naar een waarschijnlijk onbestaand paradijs, waag ik me af en toe aan het soort reizen waarvoor vaccinaties verplicht zijn. Zo bevond ik me enkele jaren geleden aan boord van een nogal primitief vliegtuig, dat met rasse schreden … eh … met kwieke vleugelslag naar een verre uithoek van de wereld koerste, naar zo’n land waar geen land meer achter ligt: een stuk van de hemel dat op aarde gevallen is en zich koestert in het aanhankelijke blauw van een zee. Men had me verteld dat de natuur het daar nog voor het zeggen had en dat ik er de wonderlijkste landschappen zou aantreffen, die zo mooi waren dat ze op gedichten leken.

We streken er neer op een wel zeer onchristelijk uur, net voor de nacht het hazenpad koos en de dag zich aan het krieken wijdde. De douanebeambte die ons opwachtte, zette een gezicht als een oorwurm. Hij nam het ons kwalijk dat we hem van zijn nachtrust beroofden, dat zag je er zo aan af. Hij rommelde nogal onbeheerst in mijn handbagage toen er opeens luid gelach weerklonk. Omdat ik veroordeeld ben tot levenslange kwajongensschap en als onverbeterlijke grapjurk bekend sta, voerde ik immers zo’n ouderwetse lachzak met me mee en die had hij in gang gezet.

Dat werkte aanstekelijk. Het carnavalsartikel veroorzaakte grote hilariteit en maakte daar de hele boel aan de gang. Je moet er aardigheid in hebben en dat had die grenswachter dus niet. Hij bleef kijken alsof hij net overgegeven had en dat binnen de kortste keren weer zou gaan doen … en hij nam wraak. Ik diende als enige mijn koffers open te maken, waarvan hij de inhoud vervolgens zo nauwgezet controleerde dat het lachen me helemaal verging.

Sindsdien neem ik een scheetkussen mee, maar dat heb ik nog niet kunnen gebruiken.

The Author